Amerikaanse bank Wells Fargo verhaalt schade op top

Twee topbestuurders van de Amerikaanse bank Wells Fargo moeten miljoenen inleveren ter compensatie van een schandaal waar de bank in verwikkeld is. Begin deze maand bleek dat werknemers van de bank stiekem nep-rekeningen hadden gecreëerd en hun nietsvermoedende klanten daarvoor kosten in rekening brachten.

Wells Fargo is een van de weinige banken die ongeschonden door de financiële crisis kwamen, maar sinds 2013 werd deels duidelijk waardoor. De bank bleek jarenlang klanten ongevraagd bankrekeningen te hebben aangesmeerd en de kosten ervoor in rekening te hebben gebracht. In totaal gaat het om twee miljoen rekeningen.

Begin deze maand kreeg de bank daarvoor een boete van 185 miljoen dollar. De bank heeft 5300 bankmedewerkers de laan uitgestuurd. Ook moet de bank vijf miljoen dollar uitkeren aan gedupeerde klanten als schadevergoeding.

Grootste

Beleggers, waaronder de Nederlandse pensioenfondsen APG en PGGM, vonden dat de top niet vrijuit kon gaan en eisten dat de bank werk maakt van het terugvorderen van topbeloningen van verantwoordelijke directeuren.

Bestuursvoorzitter John Stumpf moet 41 miljoen dollar aan rechten op aandelen en opties inleveren en Carrie Tolstedt, die de afdeling leidde waar de fraude plaatsvond, 19 miljoen. De bank sluit niet uit dat de twee nog meer zullen moeten inleveren, maar wacht met extra maatregelen tot een onderzoek naar de gang van zaken is afgerond. Tolstedt heeft de bank inmiddels verlaten.

Wells Fargo is met een beurswaarde van ruim 200 miljard euro en 1700 miljard aan beheerd vermogen een van de grootste banken ter wereld. Ter vergelijking: ING heeft een beurswaarde van 41 miljard euro en 840 miljard onder beheer.