NOS Nieuws

Nederlands 'groen' mbo steeds populairder in buitenland

Het buitenland heeft steeds meer interesse in het Nederlandse 'groene' mbo. Stages en cursussen die de Nederlandse agrarische opleidingscentra (aoc) bieden worden steeds populairder. Dat ziet de AOC Raad, waarbij 12 aoc's zijn aangesloten.

De diverse aoc's spelen daar op verschillende manieren op in. Zo start AOC Nordwin college in Leeuwarden volgend jaar een Engelse variant van de vijf maanden durende opleiding 'zuivelbewerking', zodat bijvoorbeeld ook Chinese studenten die opleiding kunnen volgen. Bij voldoende aanmeldingen is het vak 'dairy skills' vanaf augustus 2017 een feit.

'Ik heb het gevoel dat ik hier in de hemel ben'

Unieke opzet

"We krijgen vanuit het buitenland steeds meer aanvragen om cursussen te verzorgen. Ook in andere talen", zegt Heleen Andringa, die zich bij het Nordwin college fulltime bezig houdt met het thema internationalisering. Sinds drie jaar is dat een van de speerpunten van de school. Vooral de kennis op het gebied van voeding en melkveehouderij is populair. Maar de buitenlanders komen niet alleen om vakkennis op te doen, ook voor de opzet van het onderwijs is veel belangstelling.

"Het Nederlandse groene mbo heeft een unieke, nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Onze studenten werken opdrachten uit die bedrijven aanleveren", zegt Andringa. "In oktober komt er weer een groep van 23 Chinese docenten om te zien hoe wij het agrarisch onderwijs verzorgen."

Ook in het Westland fietst sinds deze week weer een Chinese agrarische mbo-delegatie langs de kassen. De 24 leerlingen zijn hier drie maanden om de fijne kneepjes van het glastuinbouw-vak te leren. "We krijgen steeds grotere groepen. De vorige groep bestond uit 16 leerlingen", zegt Raymond Hedges van AOC Lentiz onderwijsinstelling.

Niet alleen met China heeft de school een uitgebreid uitwisselingsprogramma, ook met Europese landen. En sinds kort wordt er ook met Zuid-Afrika intensiever samengewerkt. "Het doel is om nog dit jaar een delegatie docenten en leerlingen uit te wisselen, beide kanten op." De toegevoegde waarde voor Nederlandse studenten is taalkundig en cultureel, aldus Hedges. "Zodat er in de toekomst gemakkelijker zaken gedaan kunnen worden. "

De Zuid-Afrikaanse interesse is niet verwonderlijk. "In Zuid-Afrika hebben ze tientallen hectaren aan glastuinbouw gerealiseerd, maar ze hebben geen gekwalificeerde mensen om er te werken", zegt Hedges. "Vooral de teelgerelateerde kennis ontbreekt. Door meer kennis willen ze natuurlijk de productie per vierkante meter omhoog krijgen."

Gooit Nederland met al die kennisverspreiding niet de eigen ruiten in? Want als het kunstje eenmaal afgekeken is, kunnen soortgelijke agrarische producten in het buitenland mogelijk goedkoper worden geproduceerd.

"Je hoopt natuurlijk dat er niet al te veel kennis wegloopt, maar internationalisering en globalisering houd je niet tegen", zegt Albert Jan Maat van LTO Nederland. Hij noemt de concurrentiepositie van Nederlandse agrarische ondernemers nog steeds sterk. "We hebben niet het idee dat we die koppositie kwijtraken. Belangrijk om te realiseren bij landen als Zuid-Afrika en China is dat de verschillen tussen ons en die landen nog heel groot zijn. Dat raakt niet direct de internationale markt. Het gaat die landen in eerste instantie om de eigen markt.”

Twee richtingen

De uitwisseling van studenten verloopt in twee richtingen, zegt Jan-Pieter Janssen, voorzitter van de AOC Raad. "We stimuleren het ook dat onze studenten ervaring in het buitenland op doen."

Zo gaan er studenten van het MBO Lentiz naar China, maar niet op dezelfde manier waarop de Chinese studenten hier zijn. "Het kennisniveau in China is niet hoog genoeg voor onze studenten om ze daarmee een betere positie op de arbeidsmarkt te kunnen bieden", zegt Hedges. Maar er zijn bijvoorbeeld wel korte stages die kant op, waarbij de nadruk bijvoorbeeld meer ligt op de culturele uitwisselingscomponent. Veel van de Nederlandse studenten zullen uiteindelijk in een internationaal werkveld terecht komen. "Dus ook heel leerzaam."

Terug naar de Chinese delegatie in het Westland. Afgelopen vrijdag gearriveerd op Schiphol en eind november terug naar China. Tot die tijd hebben ze een druk gevarieerd programma. Vandaag staat onder meer een praktijkles bij een kweker op de agenda, later op de dag het verder uitwerken van een casus die ze hebben gekregen. Tussendoor moet er ook hard gewerkt worden aan het verwerven van andere typisch Nederlandse vaardigheden.

"Soms geven ze van tevoren aan meer ervaring te hebben dan ze blijken te hebben als ze hier eenmaal zijn", zegt Hedges. "Gisteren hadden we een student die zei te kunnen fietsen, maar die fietste pardoes de sloot in. Voor het heen en weer fietsen tussen de verschillende locaties bouwen we dus vooralsnog wat extra tijd in."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl