Real verovert derde Europese Supercup

Real Madrid heeft voor de derde keer beslag gelegd op de Europese Supercup. De Champions League-winnaar won in het Noorse Trondheim na verlenging met 3-2 van Europa League-winnaar Sevilla, dat in 2014 ook al de tegenstander in het Supercupduel was (2-0).

Coach Zinédine Zidane kon tegen Sevilla niet beschikken over Cristiano Ronaldo, die twee jaar geleden beide goals voor Real maakte, vanwege de blessure die hij in de finale van het EK opliep.

Verder waren ook EK-gangers Gareth Bale, Toni Kroos en Pepe nog niet fit genoeg om te spelen.

Prachtgoal Asensio

Wel in de basis bij Real stond Marco Asensio, die de vorige twee seizoenen door Real was uitgeleend aan Espanyol. De zoon van een Spaanse vader en een Nederlandse moeder maakte die uitverkiezing meer dan waar. Hij scoorde na ruim 20 minuten met een fenomenaal schot.

Geleidelijk werd Sevilla, geleid door de nieuwe trainer Jorge Sampaoli, sterker en kort voor de rust maakte Franco Vazquez met een droog schot de 1-1. Na de pauze kreeg Real kansjes via Isco en Sergio Ramos, maar Sevilla hield simpel stand en kwam op 2-1. Na een overtreding van Ramos op Vitolo benutte Jevgen Konopljanka de penalty.

Late gelijkmaker

Daarna drong Real feller aan, mede via invaller Karim Benzema, die uit de basis was gelaten vanwege een rugblessure. Sevilla leek het einde zonder averij te halen, maar in de extra tijd dwong Ramos met een kopbal toch nog een verlenging af.

In de verlenging moest Sevilla met tien man verder door de tweede gele kaart voor Thimothée Kolodziejczak en werd het eenrichtingsverkeer richting het doel van Sergio Rico. Ramos leek de 3-2 te maken, maar de goal van de verdediger werd afgekeurd.

Rechtsback Dani Carvajal zorgde een minuut voor het einde van de verlenging alsnog voor de beslissing. Hij veroverde zelf de bal, had nog energie voor een rush en rondde zelf met buitenkant rechts af. Daarmee was de beker voor Real en greep Sevilla voor het derde jaar op rij naast de Europese Supercup.