Theo Bos op de olympische baan in Peking (in 2008)

Twaalf jaar na het zilver, nu het goud voor Theo Bos?

Geen wonder dat bondscoach René Wolff hem selecteerde voor de olympische teamsprint in Rio de Janeiro. Als iemand weet waar Theo Bos toe in staat is op de wielerbaan, dan is het Wolff. Bos moest alleen woensdag in Roubaix nog even laten zien dat hij het nog kon.

Twaalf jaar geleden droomde Wolff zelf van olympisch goud in het sprinttoernooi. Zijn tegenstander op de olympische wielerbaan van Athene was een talentvolle, maar onervaren knaap van 21 jaar. Ene Theo Bos uit Nederland.

Athene 2004: net niet

Die Theo Bos, die dat jaar in Melbourne uit het niets wereldkampioen is geworden, legt Wolff twee keer op de pijnbank en plaatst zich eenvoudig voor de finale. Daarin wint hij de eerste manche van de Australiër Ryan Bailey en ook in de tweede lijkt hij onbedreigd op de zege en dus het goud af te stevenen.

Bos grijpt naast goud op Spelen in 2004

Nog een paar meter, hooguit twee omwentelingen en het goud is voor Bos. Maar dan komt Bailey toch nog langszij. Als een kat springt de Australiër uit zijn dode hoek en druk zijn wiel nog net voor dat van Bos over de streep. De finishfoto levert het bewijs, maar Bos weet het al.

De derde manche is een kopie van de tweede, alleen kan Bos niet meer de kracht opbrengen tot het uiterste te gaan. Hij wordt getroost door zijn broer Jan, die zelf als schaatser twee keer wereldkampioen werd (één keer sprint, één keer 1.000 meter), maar nooit olympisch goud won. "Geeft niet broertje", lijkt hij te zeggen, "jouw tijd komt nog wel."

Theo Bos wordt in 2004 getroost door zijn broer en topschaatser Jan na de verloren olympische finale

Peking 2008: deceptie

Voor de Olympische Spelen van 2008 krijgt Bos de beschikking over het beste van het beste. De ontwikkeling van de fiets, die Bos naar het goud moet leiden, kost zo'n 500.000 euro. Aan alles is gedacht.

In de jaren daarvoor heeft Bos als sprinter alles gewonnen wat er te winnen valt. Hij was na zijn eerste wereldtitel in 2004, ook in 2006 en 2007 de beste van de wereld. Zijn zegereeks werd onderbroken door een Duitser: René Wolff...

Bij de Spelen in Peking is de hegemonie van Bos op de sprint voorbij. Hij verliest in de kwartfinales van de Fransman Mickaël Bourgain. In de teamsprint grijpt Nederland net naast de halve finales.

Theo Bos onderuit tijdens de Olympische Spelen van 2008

De grootste kans op succes is de keirin. In het laatste onderdeel is Bos inmiddels een specialist. In het Japanse profcircuit leerde hij de fijne kneepjes van de spectaculaire koers. Spectaculair, niet in de minste plaats vanwege de vele valpartijen.

Theo Bos in Japan

Bos is niet alleen snel, maar ook handig. Vakkundig weet hij altijd de vallende tegenstanders te vermijden. Bij twijfel kiest hij gewoon het laatste wiel. In de halve finale kiest hij het wiel van de Pool Kamil Kuczynski, helemaal achteraan. Lekker veilig.

Nog voor de derny uit de baan verdwijnt, is zijn olympische droom door een valpartij voorbij.

Peking 2008: Theo Bos valt in keirin

2016: revanche in Rio

Na de deceptie van Peking beproeft Bos zijn geluk als wegwielrenner. Met wisselend succes. In zeven seizoenen boekt hij 37 profzeges, vrijwel allemaal in de massasprint. Maar die ene grote zege zit er niet bij.

In januari 2016, twaalf jaar na zijn zilveren medaille bij de Olympische Spelen in Athene, besluit Theo Bos het nog een keer op de baan te proberen. Goud op de Olympische Spelen, in de teamsprint. De eerste hindernis is genomen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl