Museum voor Charlie Chaplin geopend in zijn huis in Zwitserland
Op het Zwitserse landgoed waar Charlie Chaplin de laatste 25 jaar van zijn leven heeft doorgebracht, is een museum gewijd aan zijn leven en werk. Vandaag ging het open voor het publiek, gisteren was de officiële opening voor genodigden door zijn zonen Michael en Eugene. Dat was op zijn 127e geboortedag.
Er was nog geen museum gewijd aan de culturele erfenis van Chaplin, hoewel de acteur ook na zijn dood nog veel invloed heeft. Veel filmsterren, onder wie Johnny Depp en Robert Downey Jr., noemen Chaplin een inspiratiebron.
Bezoekers zien onder meer een replica van een filmstudio, attributen, foto's en de slaapkamer waarin Chaplin op 88-jarige leeftijd overleed. Ook worden er filmbeelden vertoond.
Het Chaplin Museum is opgezet in samenwerking met het Parijse wassenbeelden-museum Grévin. Daarom zijn er ook wassen beelden van Chaplins vrienden onder wie Albert Einstein en Winston Churchill te zien.
De Brit Charles Spencer Chaplin (Walworth, 1889-1977) werd al een Hollywoodlegende in het tijdperk van de zwijgende film. Hij werd vooral bekend als de zwerver met de bolhoed, het zwarte snorretje, zijn onafscheidelijke wandelstok en een raar loopje.
Chaplin was betrokken bij de filmindustrie tussen 1914 en 1969, als acteur, regisseur, schrijver en componist. Hij maakte tientallen films die ook nu nog indruk maken, zoals Modern Times (1936), waarin hij een man speelt die probeert te overleven in een geïndustrialiseerde samenleving. Chaplin schreef en regisseerde de film, die wordt gezien als een commentaar op de barre omstandigheden voor gewone mensen gedurende de crisisjaren.
The Great Dictator (1940) is een satirische kijk op Adolf Hitler. In de film, die hij ook weer zelf schreef en regisseerde, speelde hij twee rollen: die van Joodse kapper en van dictator. De regering van de VS was in eerste instantie weinig gelukkig met de film, omdat die werd gezien als "een aanval op een staatshoofd van een bevriend land". Die houding veranderde na de aanval op Pearl Harbor.
Chaplin werd in 1952 de toegang tot de Verenigde Staten geweigerd nadat hij voor de première van Limelight (1952) naar Londen was gereisd. Omdat hij zijn steun voor Rusland had uitgesproken in de strijd tegen de nazi's, werd hij verdacht van banden met de communisten.
De filmmaker was kort na de Tweede Wereldoorlog al verschenen voor een commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden die was belast met het opsporen en stoppen van "on-Amerikaanse activiteiten".
Hoewel er geen bewijs werd gevonden dat hij een gevaar was voor de Amerikaanse samenleving, mocht hij uiteindelijk toch de VS niet meer in. In 1952, in de tijd van de communistenjager McCarthy, kon hij niet meer terug omdat hij als filmmaker een linkse en pacifistische boodschap zou uitdragen.
Nieuw thuis
Chaplin vestigde zich met zijn gezin in Zwitserland. Hij stierf daar 25 jaar later in het huis Manoir de Ban in Corsier-Sur-Vevey, dat nu een museum is geworden.
Het heeft meer dan vijftien jaar geduurd voordat het museum klaar was. Eerst waren er rechtszaken van een buurman die bang was voor overlast en daarna nam de vergunningenprocedure jaren in beslag.