'Gisteren schoven België en Turkije het naar ons, nu schuiven we het terug'
Een van de daders van de aanslagen in Brussel, Ibrahim el-Bakraoui, is vorig jaar in Nederland geweest, meldde de Turkse president Erdogan gisteren. Dat riep de vraag op of Nederland misschien steken had laten vallen.
Aan het begin van de avond bevestigde minister Van der Steur dat Bakraoui inderdaad in Nederland is geweest. Turkije zette hem op 14 juli 2015 op een vliegtuig naar Schiphol. In Turkije was hij aangehouden op verdenking dat hij als jihadstrijder naar Syrië wilde.
Volgens politiek verslaggever Ron Fresen valt Van der Steur als je naar de feiten kijkt niet heel veel te verwijten. "Gisteren zag je dat België en Turkije het naar Nederland schoven en nu schuiven we het weer terug."
Fresen houdt er rekening mee dat een en ander nog een diplomatiek staartje krijgt. "Ik stond erbij toen Van der Steur de pers te woord stond en als je goed keek, zag je de stoom uit zijn oren komen. Hij wil niet zeggen dat Turkije en België hebben gefaald, maar hij vindt het wel."
Briefje
Volgens Fresen is het onbegrijpelijk dat Turkije Bakraoui heeft uitgezet zonder adequaat te waarschuwen. Op de dag waarop Bakraoui naar Nederland werd uitgezet, 14 juli vorig jaar, werd er kort voor diens vertrek een briefje naar de Nederlandse ambassade in Ankara gestuurd.
Daarin stond niets over de achtergronden van de uitzetting. Volgens Van der Steur belt de Turkse politie normaal gesproken met de vertegenwoordiger van de Nederlandse politie in Ankara. Dat is nu niet gebeurd.
Toch valt Nederland volgens Fresen ook wel wat te verwijten. "Nadat het briefje was binnengekomen hadden Nederlandse functionarissen moeten bellen met de Turkse autoriteiten om te vragen, wat is dit voor een man?"
De oppositie zal daar volgens Fresen ook op doorvragen. Volgens hem is de conclusie dat het systeem heeft gefaald en gaat dat een rol spelen in het debat dat hierover komt. "Het gaat misschien heel vaak goed, maar net in dit geval niet en dat ene geval blaast zichzelf negen maanden later op een vliegveld op."
Veel vragen
Correspondent in België Joris van Poppel beaamt dat. "Het lijkt er sterk op dat er iets helemaal niet goed is gegaan." In het Belgische parlement zijn er volgens hem heel veel vragen. "Waarom stond Bakraoui niet geregistreerd? Waarom is er pas één dag voor de aanslagen een internationaal aanhoudingsbevel tegen hem uitgevaardigd?"
Ook is volgens Van Poppel onduidelijk waarom Bakraoui überhaupt op vrije voeten was. "Hij was tot tien jaar cel veroordeeld, maar kwam al na vier jaar vrij, ondanks negatieve adviezen."
Op al die vragen zal te zijner tijd een Belgische parlementaire onderzoekscommissie de antwoorden moeten geven. Op korte termijn zijn er waarschijnlijk geen politieke gevolgen. De Belgische minister van Justitie heeft zijn ontslag aangeboden, maar dat is door premier Michel geweigerd. Het laatste waar België behoefte aan heeft in deze tijden van terreur is volgens Van Poppel een crisis. "Politici houden het sereen."