Marten Toonder in 2004
NOS Nieuws

'Tijd dat de jeugd Toonder weer leert kennen'

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

Hoge muren, kantelen en vier hoektorens. Dat is het klassieke beeld van Bommelstein, de vermaarde huisvesting van stripfiguur Olivier B. Bommel. Schepper Marten Toonder heeft er in de loop der jaren tal van veranderingen in laten aanbrengen, blijkt op de tentoonstelling Van Muiderslot tot Bommelstein. De expositie werd gisteren in het kasteel in Muiden geopend ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van het duo Tom Poes en Heer Bommel.

De Zwarte Bergen zijn ver weg, maar het Muiderslot heeft trekken genoeg van Bommelstein. Historicus en Bommelkenner Pim Oosterheert kan zich daar ten dele in vinden. "Het kasteel is een fantasieverhaal van Toonder dat in ons archetypisch denken is terechtgekomen. Het Muiderslot bestaat al eeuwen en is steeds aangepast. Bommelstein blijft Bommelstein tot in de eeuwigheid."

De tentoonstelling over Bommelstein in het Muiderslot

In een filmpje op de tentoonstelling legt Dick Matena, een van Toonders tekenaars, desalniettemin uit hoe vaak ook Bommelstein van gedaante veranderde. Oosterheert: "Toonder zag zijn verhalen als dromen, daarin kan van alles veranderen. De ene keer is het Donkere Bomen Bos dicht bij de achtertuin van Bommel, dan weer kilometers verderop. Soms moeten ze grote reizen maken naar de Zwarte Bergen, de andere keer zijn ze er binnen een uur. Zo is het ook met het kasteel."

Toonder liet het in 1941 allemaal beginnen met Tom Poes. Bommel kwam erbij in het derde verhaal. Altijd is hun relatie hetzelfde gebleven: een beer als man in problemen en een katachtige nerd die alles oploste. "Tom Poes is het verstand en Bommel is het gevoel", legt Oosterheert uit. "Dan krijg je een verhaal. Toonder heeft zich daar ook in verdiept. Hij las over psychoanalyticus Jung. Hij zei ook: 'Het gevoel en het verstand zijn wezenlijk voor alles wat je doet en alle sociale contacten die je hebt'."

Grijze koppen

Als stripfenomenen op leeftijd zijn ze overeind gebleven in de aanwas van tal van nieuwe striphelden. Dat ligt volgens Oosterheert ook aan Toonders grote maatschappelijke betrokkenheid. In De Bovenbazen (1963) schreef hij over de uitwassen van het kapitalisme, in De Andere Wereld (1982) ging het al over asielzoekers.

Bij de opening van de tentoonstelling kwamen op de binnenplaats van het Muiderslot vooral veel mensen van boven de vijftig af op de ruilbeurs voor Bommel-dingen: de nieuwe munten, oude sleutelhangers, tal van prenten en oude boekuitgaven.

"Dat is jammer", verzuchtte Oosterheert. "Toonder behoort tot ons nationaal erfgoed. Het is echt nodig dat de jeugd Toonder weer leert kennen. Maar je zit met het probleem dat jongeren veel minder lezen. Dat geldt niet alleen voor Toonder, maar in het algemeen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl