De Amsterdamse drugsoorlog

Wie is wie in de Amsterdamse Mocro-oorlog?

De zogenoemde Mocro-oorlog ging vandaag een nieuwe fase in, met de vondst van een hoofd bij een shisha-lounge aan de Amstelveenseweg. Want het heeft er alle schijn van dat deze moord onderdeel is van deze Amsterdamse drugsoorlog.

"Dat is inderdaad vrij zeker", zegt misdaadjournalist Maarten van Dun van Het Parool. "Door twee dingen: ten eerste het slachtoffer. Nabil Amzieb was een goeie bekende van de groep mannen die vorig jaar werd aangehouden in West, die van plan waren een liquidatie te plegen. En het feit dat het hoofd voor shisha-café Fayrouz lag, toch wel het hoofdkwartier van deze jongens."

Wie is wie in die Mocro-oorlog? En wie staat wie naar het leven? Dat proberen we weer te geven in onderstaand schema - geen makkelijke klus, want overzichtelijk is het niet. De hoofdlijnen:

Het begon allemaal in 2012. Of eigenlijk daarvoor al, met een criminele bende in de Amsterdamse onderwereld, waar voornamelijk Marokkaanse en Antilliaanse mannen bij betrokken waren. Die groep viel uit elkaar in 2012, door een ruzie om 200 kilo coke die verdween uit de haven van Antwerpen. Er ontstonden twee groepen: eentje van Gwenette Martha, die de deal leidde, bij de andere stonden Houssine A. en Benaouf A. aan het roer.

Sindsdien zijn over en weer meer dan twintig liquidaties gepleegd.

Inmiddels bestaat de drugsoorlog niet meer uit twee kampen. "Er is veel onderling ruzie, er lopen mensen over. Heel onoverzichtelijk", aldus Van Dun. Hoeveel mensen er precies bij betrokken zijn, is ook niet te zeggen. "Er is steeds een nieuwe aanvoer van leden. Met elke moord kunnen ook weer nieuwe vetes ontstaan, waarin broers, neven, vrienden verwikkeld raken."

Terug naar vandaag. "Als de moord inderdaad te maken heeft met de drugsoorlog, dan betekent dat een nieuwe fase in de strijd die gaande is tussen de groepen binnen de zogenoemde Mocro Maffia", zegt Wouter Laumans, misdaadjournalist en auteur van het boek Mocro Maffia.

"Wat de boodschap van het afgehakte hoofd precies is, weet ik natuurlijk niet", zegt Laumans. "Maar ik denk dat je moet denken aan niet praten of niet verraden. Iemand laat heel duidelijk zien dat hij heel erg boos is."

Een voorbijganger kijkt naar de plek waar vanmorgen een afgehakt hoofd is gevonden

Deel artikel: