Zorgen in Kamer over kwaliteit NFI

De SP en D66 maken zich zorgen over het Nederlands Forensisch Instituut. De twee oppositiepartijen vrezen dat de kwaliteit niet meer gewaarborgd is op het terrein van verf-, handschrift- en haaronderzoek. Deze drie kleine afdelingen zijn namelijk bij het NFI opgeheven, mede door bezuinigingen.

Alles wat nu op deze terreinen moet worden onderzocht, gaat naar particuliere onderzoeksbureaus. Het NFI is daar inhoudelijk niet meer bij betrokken.

Voor de SP en D66 is dat een reden om aan de bel te trekken, want volgens de partijen is dit in strijd met de toezeggingen die minister Van der Steur van Justitie vorig jaar heeft gedaan.

Niets aan de hand

Volgens het NFI is er niks aan de hand. Vorig jaar benadrukte directeur Reinout Woittiez al dat de bezuinigingen het opsporingswerk niet in gevaar brengen. Wel kijkt het instituut naar de mogelijkheden om de handschriftafdeling toch te kunnen houden, voor onderzoeken naar terrorisme.

Ook minister Van der Steur is niet onder de indruk van de kritiek van SP en D66. "Het gaat om onderzoek waarvan weinig gebruik wordt gemaakt. Er zijn goede afspraken over gemaakt en er is uitgebreid met de Kamer over gesproken." En volgens hem is er niets mis mee als derden dit werk doen, onder controle van het NFI.