Staat moet betalen voor verkrachting in Indië

De rechtbank in Den Haag heeft de Nederlandse Staat veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan een vrouw die in 1949 door Nederlandse militairen is verkracht in toenmalig Nederlands-Indië.

De Indonesische vrouw, die destijds 18 jaar was, krijgt 7500 euro. Het is voor het eerst dat een Nederlandse rechtbank de staat aansprakelijk stelt voor andere oorlogsmisdaden dan executies.

Advocaat Liesbeth Zegveld had voor de vrouw een schadevergoeding geëist.

De rechter achtte bewezen dat de vrouw onder bedreiging van een vuurwapen door enkele militairen is verkracht. Dat gebeurde tijdens een zuivering op Java, in het dorp Peniwen. De Staat kan geen beroep doen op verjaring, bepaalde de rechtbank.

Foltering

In de zaak van een man die zegt dat hij in 1947 door militairen is gefolterd, kwam het nog niet tot een schadevergoeding. De Staat vecht in die zaak de feiten aan.
De Indonesische man zegt hij met elektrische schokken is bewerkt. De rechtbank laat nagaan welk onderzoek in die zaak is gedaan. Ook hier is verjaring niet van toepassing.

Ook weduwen en kinderen van geëxecuteerde mannen in Zuid-Sulawesi hebben een claim ingediend tegen de Staat. De rechtbank laat de Australische historicus Robert Cribb die gevallen onderzoeken.