De Nederlandse Syriëganger Muhajiri Shaam
NOS Nieuws

'Aanpak radicalisering meer samen doen'

Het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) is kritisch op de wijze waarop gemeenten omgaan met jongeren die dreigen te radicaliseren. Ze werken te weinig samen, leren te weinig van elkaar en ook binnen de gemeenten zelf schiet de coördinatie soms tekort.

Eerder vandaag maakte het SMN bekend dat er sinds de oprichting van de Hulplijn Radicalisering begin dit jaar tachtig ernstige radicaliseringszaken zijn gemeld. Een kwart van de meldingen betrof zorgen over minderjarigen. 24 meldingen waren afkomstig van ouders wier kind inmiddels naar Syrië was afgereisd.

Behoefte aan hulplijn radicalisering

Van de overige ernstige zaken, is voor zover bekend nog niemand vertrokken. In totaal kwamen bij de hulplijn voor ouders, gemeenten en scholen zo'n vijfhonderd telefoontjes binnen sinds de oprichting in januari.

Gemeenten bemerken verbetering

Gemeenten die te maken hebben gehad met radicalisering, zeggen op hun beurt dat er het afgelopen jaar veel is verbeterd. Zij vinden dat binnen de gemeentegrenzen beter wordt samengewerkt, bijvoorbeeld door politie, moskeeën en jongerenwerkers.

Naar aanleiding van Parijs zijn verschillende gemeenten met alle samenwerkingspartners bij elkaar gekomen begin deze week, om alle afspraken nog eens door te lopen.

Utrecht had de samenwerking binnen de gemeente al verbeterd nadat inlichtingendiensten begin dit jaar een inval deden in Overvecht na de verijdelde aanslag in Verviers. Toch neemt burgemeester van Zanen de kritiek van de SMN ter harte. "Elk signaal dat we nog meer moeten samenwerken, neem ik heel serieus. Want samenwerking is de enige garantie dat je echt genoeg contact hebt met de mensen waar het om gaat."

Beleid per gemeente verschillend

Bij het voorkomen van radicalisering spelen gemeenten een sleutelrol. Iedere gemeente bepaalt zijn eigen beleid. Ze worden daarbij gesteund door het Rijk. De NCTV steunt ambtenaren met kennis en training en adviseert gemeenten van geval tot geval. Ook zijn er landelijke ondersteunende diensten (zie kader).

Terrorismedeskundige Jelle van Buuren zegt dat het belangrijk is om als gemeente heel precies te kijken naar specifieke situaties. "Er zijn natuurlijk een paar algemene ideeën en factoren bekend die van invloed zijn bij radicalisering”, zegt Van Buuren. “Maar de context is per gemeente verschillend."

“Ook het lokale stadsbestuur is van invloed. Bij deradicaliseringsprogramma’s zijn veel partijen betrokken. Als wethouders in een gemeente met elkaar overhoop liggen, komt dat de organisatie natuurlijk niet ten goede.”

“Evaluatie van de verschillende programma’s is natuurlijk hoe dan ook moeilijk vorm te geven, omdat je het hebt over voorkomen. Grote disclaimer is bovendien: hoe goed je gemeentelijke programma er ook uitziet, er is een enorme invloed van conflicten elders. Denk aan Syrië en Irak. Wat daar gebeurt heeft enorme invloed op wat er hier gebeurt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl