Hanneke (rechts) samen met clown Luus
NOS Nieuws

'Als CliniClown ben je niet bezig om leuk te zijn, hè'

Vandaag bezoeken de CliniClowns in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht het miljoenste zieke kind. Hanneke Hessels – clown Hansje – is al ruim twintig jaar CliniClown. Ze vertelt over het vak.

"Stond ik daar, voor het eerst aan het bed van een ziek kind. Geloof mij: optreden voor een grote menigte is dan ineens een eitje. Een kind ziet alles in de mimiek van je gezicht: je zenuwen, dat je staat te stuntelen, het ongemak. Van mijn van tevoren bedachte strijdplan is akelig weinig terecht gekomen."

"Je bent als CliniClown niet zo veel bezig met leuk zijn, hè. Veel mensen denken dat. Het is de kunst om open te staan voor álles wat er is. Als clown ben je in constante staat van verwondering, zonder enig oordeel. Een beetje nieuwsgierigheid opwekken bij het kind werkt goed. Op die manier neem je zo'n ziek iemand even mee naar zijn of haar eigen fantasiewereld, weg van het ziekenhuis."

"Pedagogische medewerkers en verpleegkundigen praten ons van tevoren bij. Kent het kind goed Nederlands, kan het wel goed horen en zien? En heeft het kind niet net een slechtnieuwsgesprek gehad? Allemaal dingen om rekening mee te houden. Maar ook zonder die informatie moet je als CliniClown de sfeer kunnen aanvoelen."

Commanderen

"Een klein ventje van vier was totaal in zichzelf gekeerd en had weinig energie. Weken achter elkaar kreeg hij verschillende kuren. We merkten op een gegeven moment dat hij het fijn vond om ons te commanderen. 'Ik vind dat je zo moet doen' en 'ik wil nu dat je dat en dat doet'."

"Wij waren daar als duo en gingen in zijn gedachtewereld mee. De jongen liet zijn fantasie gaan en daarin waren wij de stomsten en hij degene die alles doorhad. Elk bezoek zochten we naar iets. Een van ons ging dan een beetje tegen hem in, de strijd aan. Hij moest daardoor nóg harder bewijzen dat het echt wel klopte wat hij zei."

"Op een zeker moment stond hij met de nodige moeite op uit zijn stoel. Met een boze stem, zei hij: 'Hansje, je moet wel goed begrijpen dat het zo moet gaan, anders gaat het écht niet werken'."

"Die knul kreeg zoveel energie van het rollenspel. Voor die ouders was het ook anders dan anders. Het ziekenhuis stond voor hen synoniem aan triestheid en ellende. Voor het eerst in tijden zagen ze dat kind weer in zijn kracht."

"Kort daarna kwamen zijn ouders naar me toe. 'Dankjewel, we hebben weer even plezier gehad. Dat was lang geleden.' Ja, wauw, daar kom ik voor."

Je ziet geen slangetjes

"Het gaat om het verhaal dat je samen maakt. Naar die energie ben je op zoek. Je kijkt niet naar de buitenkant. De slangetjes, het infuus – het speelt geen rol. Ik kom om samen met het kind te spelen."

"Met die jongen gaat het inmiddels heel goed. Ik zag hem later met een enorme haardos, twintig centimeter langer. Ik herkende 'm haast niet. Hij mij wel. Maar ik hoorde niet meer bij hem, bleek uit alles in zijn houding. Hij was beter, het ziekenhuis was verleden tijd en ik dus ook. En zo hoort het."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl