Straks mailt een lantaarnpaal als hij stuk is
Wat als alle lantaarnpalen in de stad op afstand kunnen aangeven of ze nog werken? Of als je fiets laat weten waar hij nog op slot staat? Binnenkort kunnen veel meer apparaten in Nederland uit zichzelf 'vertellen' wat er gebeurt, het zogenoemde internet of things.
Grote bedrijven storten zich op de techniek. KPN start volgende week met de uitrol van een landelijk netwerk speciaal voor apparaten.
Het gaat om een zogenoemd LoRaWAN (wat staat voor Low Power Wide Area Network en wordt afgekort als LoRa). Dit netwerk is ontwikkeld voor slimme apparaten die slechts af en toe kleine stukjes informatie versturen met een maximale grootte van 50 kilobits per seconde.
Zo'n netwerk is dus niet geschikt om, zoals we nu vaak doen via onze smartphone, muziek te streamen of foto’s te versturen, maar wel om simpele informatie door te sturen, zoals de status van de lamp in de lantaarnpaal.
De apparaatjes sturen hun signalen dankzij kleine computerchips door naar een ontvanger. Apparaten hebben geen eigen simkaart nodig. Daarnaast gaat hun batterij lang mee, tot wel een jaar. Wat het gebruik een stuk goedkoper maakt.
In de praktijk
In Amsterdam heeft een groep, The Things Network, in zes weken tijd een eigen LoRa-netwerk opgezet. "Het is een fascinerende beweging en zeker geen hype", zegt initiatiefnemer Wienke Giezeman. "Over vijftien jaar is dit normaal. Dan zijn stoplichten, stoeptegels, lantaarnpalen, bushokjes en prullenbakken allemaal met het internet verbonden.
Een van de eerste projecten in Amsterdam is het verbinden van boten met het internet. Sensoren merken op als er water in de boot staat, waarna de eigenaar een bericht krijgt.
Deze ontwikkeling brengt ontzettend veel mogelijkheden met zich mee. En steeds meer bedrijven zien dat. Vandaar dat bijvoorbeeld KPN druk bezig is met de uitrol van hun eigen internet of things-netwerk, waar in de toekomst bedrijven en particulieren gebruik van kunnen maken. Volgende week start het bedrijf in Rotterdam en Den Haag.
De verwachtingen van het internet of things-netwerk zijn hoog. Men denkt dat de komende vier jaar de wereldwijde omzet in internet of things-producten en -diensten zal stijgen tot boven de 600 miljard dollar, blijkt uit onderzoek van ABN Amro.
De ABN Amro merkt wel op dat er genoeg te doen is voordat het netwerk echt op grote schaal gebruikt kan worden. Zo zijn er nog veel vragen over de privacy van de data die vrijkomt, over de veiligheid van de overdracht ervan en de vraag wat de netwerken aankunnen.
Early adopters
Niet alleen prullenbakken kunnen straks verbonden worden met het internet, maar ook dingen in huis, zoals het broodrooster of de wasmachine. Ook daarvan zal het aanbod de komende tijd toenemen.
Wel is het zo dat de vraag naar dit soort producten onder consumenten nog wat laag is, blijkt uit onderzoek van Telecompaper. Vooral early adopters, mensen die graag het nieuwste van het nieuwste uitproberen, hebben op dit moment slimme apparaten in huis.