Rotterdammer vast voor oorlogsmisdaden Afghanistan

Een 64-jarige Rotterdammer van Afghaanse afkomst zit vast omdat hij in 1979 oorlogsmisdaden zou hebben gepleegd in Afghanistan. Sadeq A. werd dinsdag opgepakt en zijn voorarrest is vandaag met veertien dagen verlengd. Hij heeft de Nederlandse nationaliteit.

Volgens het OM was A. commandant van een elite-eenheid van het Afghaanse leger. Het land had in 1978 een communistisch regime gekregen.

Nadat het leger in april 1979 een aanval van islamitische extremisten in de stad Asadabad had afgeslagen, zouden A. en zijn militairen op moordtocht zijn gegaan. Mannen en jongens werden uit huizen gehaald en gedood. Sadeq A. had volgens het OM het bevel over de eenheid en zou ook zelf hebben geschoten.

Ander bewind

Toen er in december 1979, na de inval van de Sovjet-Unie, een ander communistisch bewind kwam, werd A. vastgezet. Hij bleef elf jaar in de gevangenis zitten. Toen de Sovjet-troepen Afghanistan hadden verlaten, kwam hij vrij. In de jaren 90 kwam A. naar Nederland, hij vroeg asiel aan en kreeg na verloop van tijd de Nederlandse nationaliteit.

Nabestaanden van de slachtoffers uit 1979 hebben aangifte gedaan en daarom begon het OM in 2008 een onderzoek naar de Rotterdammer. In Afghanistan werden getuigen gehoord, onder wie ex-militairen, mujahedin-strijders en inwoners van Asadabad. Afgelopen voorjaar werd huiszoeking gedaan in Rotterdam, Bussum, Wateringen en Dordrecht. Ook werden familieleden van de verdachte als getuige gehoord.

Niet onbestraft

Het OM zegt dat oorlogsmisdaden, waar ook ter wereld, niet onbestraft mogen blijven. Daarom worden verdachten van oorlogsmisdaden in Afghanistan ook 36 jaar na dato nog vervolgd. Eerder werden al twee Afghanen in Nederland veroordeeld voor martelingen. Het ging om voormalige topfunctionarissen van de Afghaanse geheime dienst, ook uit de communistische tijd. Zij kregen in 2008 in hoger beroep twaalf en negen jaar cel.