Hoogleraar De Ruiter

Hoogleraar opnieuw berispt vanwege foutief rapport

Een hoogleraar forensische psychologie van de Universiteit Maastricht, Corine de Ruiter, is voor de derde keer berispt vanwege fouten in een rapport. In het document trekt zij conclusies over iemand die zij nooit heeft gezien of gesproken, schrijft de Volkskrant.

De Ruiter trad vorig jaar op als getuige-deskundige in de rechtszaak tegen advocate Monique S., die voor miljoenen euro's bedrijven oplichtte. Zij zei dat ze dat deed onder dwang van haar man, het voormalig PVV-Statenlid Jos van Hal. Kort na het uitkomen van het misdrijf, pleegde Van Hal zelfmoord.

In de rechtbank zei De Ruiter dat S. de fraude nooit zou hebben gepleegd als zij niet met Van Hal was getrouwd. Zij omschreef het voormalig PVV-Statenlid als iemand met psychopathische trekken en noemde de moeder van Van Hal schizofreen. Beide conclusies trok de hoogleraar enkel op basis van verklaringen van S.

NIP

De familieleden van Van Hal dienden vorig jaar een klacht in bij het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP). Zij zeggen dat de moeder van de politicus nooit psychische problemen heeft gehad. Volgens hen heeft De Ruiter nooit met familieleden gesproken om haar beweringen te kunnen onderbouwen.

Het NIP vindt dat de hoogleraar de beroepscode heeft overtreden. De beroepsvereniging zegt dat De Ruiter deze conclusies nooit had mogen trekken en legt haar een berisping op. De hoogleraar heeft tegen het NIP gezegd dat de rechtbank haar onjuist heeft geciteerd.

Derde keer

Het is de derde keer dat De Ruiter op de vingers wordt getikt voor een dergelijke zaak. Het medisch tuchtcollege berispte haar in 2014, omdat ze had geoordeeld over een vader die was verwikkeld in een vechtscheiding, die ze nooit had gesproken.

Eerder kreeg de hoogleraar een waarschuwing vanwege een rapport over de psychische problemen van een moeder. Ook met haar had De Ruiter nooit gesproken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl