studio van Radio 1 Journaal
NOS NieuwsAangepast

'Een agent gebaarde dat hij mij in mijn rug zou schieten'

Twintig jaar NOS Radio 1 Journaal, betekent ook twintig jaar vol anekdotes. Acht prominenten van toen en nu blikken terug op voor hen memorabele momenten.

Govert van Brakel: 'Een agent gebaarde dat hij mij in mijn rug zou schieten'

"De moord op Pim Fortuyn heeft veel veranderd voor ons journalisten. Ik weet nog dat ik kort na de moord moest werken op het Mediapark. Er stond hier toen een grote menigte boze mensen."

"Een van de agenten die het gebouw bewaakte, geloofde niet dat ik een presentator van Radio 1 was. Hij liet me niet doorrijden. Na lang praten werd ik eindelijk doorgelaten. De agent gebaarde dat ik in een rechte lijn moest rijden, anders zou hij me in mijn rug schieten."

"Ook daarna keek ik altijd even goed om me heen als ik naar mijn werk ging. Ik was dan persoonlijk geen doelwit, de NOS was dat in die tijd wel."

Govert van Brakel

Max van Weezel: 'Twee journalisten vochten om een minister'

"Het ontstaan was het spannendst. Voor het Radio 1 Journaal was er een enorme strijd tussen de redacteuren van verschillende omroepen. Ik weet nog dat twee journalisten van de NOS en de NCRV met elkaar vochten om een interview met een minister."

"Ook na het ontstaan in 1995 werd er veel met modder gegooid. We moesten bij alles vragen of we dat mochten doen als Radio 1. Bij de vuurwerkramp in Enschede wisten we bijvoorbeeld niet of we wel mochten blijven uitzenden ten koste van andere programma's. Dat hebben we toen toch gedaan. Daar ben ik nog steeds blij om."

Max van Weezel

Piet van Tellingen: 'De technici lagen onder de tafel'

"In juni 1995 ben ik begonnen als eerste hoofdredacteur van het Radio 1 Journaal. Ik heb toen in 2 maanden een complete redactie bij elkaar moeten zoeken. Dat waren allemaal mensen van verschillende omroepen, van EO tot NCRV."

"Tijdens de eerste uitzendingen lagen de technici nog onder tafel te werken, maar het ging steeds beter. Iedereen was er heilig van overtuigd dat we met elkaar goede radio moesten maken."

Piet van Tellingen

Clairy Polak: 'We konden niet meer normaal nadenken'

"Ik kan er niet omheen: 11 september 2001. We hadden geen idee van wat er gebeurde, maar wel direct live op de radio, zonder bevestigde berichten. Het was puur speculeren."

"Zo kwam er een deskundige naar de studio die alles wist van de constructie van de Twin Towers. Hij verzekerde ons: die gebouwen blijven hoe dan ook staan. De beste man stond 1 minuut buiten, toen de eerste toren instortte. Tsja."

Clairy Polak vanochtend in de studio

We waren letterlijk buiten adem.

Clairy Polak

"Achteraf heb ik me erover verbaasd dat we berichten met zoveel aplomb gebracht hebben, die achteraf niet of nauwelijks bleken te kloppen. Zo dachten we dat het 'maar' een sportvliegtuigje was dat zich in de toren had geboord."

"We berichtten vanuit een emotie die nu niet te bevatten is, uit een soort puurheid van ongeloof. Normaal nadenken was er niet meer bij, we waren letterlijk buiten adem. Achteraf bezien grenst het aan het belachelijke en is het eigenlijk schandalig."

Marcel Oosten: 'Pijnlijk'

"Als binnenlandverslaggever trok ik naar Zutphen. De machinisten waren boos: ze wilden het rondje om de kerk niet langer. Meerdere keren berichtte ik daarover in de ochtenduitzending. Het gesprek met de woordvoerder liep alleen niet helemaal lekker, ik wilde meer."

Marcel Oosten

Ik vuurde mijn vraag op hem af: 'Meneer, wat vindt u van de situatie?' Het bleef stil.

Marcel Oosten

"Voor mijn ogen zag ik een trein vertrekken, terwijl ik live in de uitzending moest. Geen passagiers. Geen machinisten. Niemand die mij te woord kon staan. Totdat een technicus riep dat hij nog iemand zag op het perron. Ik vuurde mijn vraag op hem af: 'Meneer, wat vindt u van de situatie?' Het bleef stil. Weer richtte ik mijn microfoon tot hem. Zonder succes. Met handen en voeten maakte hij me duidelijk dat hij doofstom was. Ik zat live en zei in een opwelling: 'Geeft niets meneer, dan ga ik verder.' Pijnlijk."

Frederique de Jong: 'Ik verklaarde Sharon bijna dood'

"Ik ben letterlijk de zender opgegooid, met nauwelijks uitleg. Ga maar zitten, doe het maar. De afspraak met Marcel was dat we om-en-om de berichten zouden voorlezen. In het draaiboek stond 'Sharon overleden'. Ik twijfelde sterk of dat waar was, omdat ik daar nog niets van had gehoord."

"Ik gebaarde daarom in lichte paniek naar Marcel: dit ga ik niet voorlezen. Hij ging verder met een onbenullig berichtje, alsof er niets aan de hand was. Ik snapte daar niets van. Tijdens de break vroeg ik hem wat die tekst te betekenen had. Hij merkte heel droogjes op: dat staat in het rood, die teksten moet je niet lezen. Ja, wist ik veel: in mijn beleving betekent rood juist dat iets heel belangrijk is. Een fijne vuurdoop."

Frederique de Jong

Bert van Slooten: 'Drie heel lange minuten voor onze correspondent'

"Ik presenteerde de Politicus van het Jaar-verkiezing vanuit Den Haag. Schakelen ging lastig, omdat er wat problemen waren met de verbinding met Hilversum. Voor de gelegenheid hadden we een bandje samengesteld met daarin drie politici. Het hoogtepunt van de uitzending, Beatlesachtige nostalgie in de studio. Prachtig.

"Het waren drie heel lange minuten voor VS-correspondent Tim Overdiek. Uit alle macht probeerde hij duidelijk te maken dat hij zojuist de legendarische woorden 'we got him' had gehoord, de bevestiging dat Saddam Hoessein was gepakt."

Bert van Slooten

Wat volgde was een bescheiden applausje.

Bert van Slooten

"Het was een takkeherrie op mijn koptelefoon. Heel vaag hoorde ik iets. Wat bleek? Tim zat te vloeken en te tieren en iedereen die luisterde kon het horen."

"Eindelijk was het juiste knopje gevonden. We waren uit de lucht, Tim kon zijn verhaal doen. Ik zei tegen de aanwezige politici die hun act hadden onderbroken: 'Ik heb goed en slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat we niet meer op zender zijn, het goede nieuws dat Saddam Hoessein is gepakt.' Er volgde een bescheiden applausje."

Suzanne Bosman: 'Dat is wat je wilt met radio'

"De race van Marianne Timmer, tijdens de Olympische Spelen van Nagano in 1998. Mijn microfoon stond uit en ik schreeuwde het uit, terwijl Jacques Chapel zijn verslag deed. Wat waren we blij. Zo'n gebeurtenis trekt de hele uitzending omhoog. Dat is wat je wilt met radio. Erbij zijn, de livebeleving. Ook op de fijne momenten."

Suzanne Bosman

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl