Minister Sint-Maarten: wij hebben elkaar nodig

De minister van Justitie van Sint-Maarten wil niet dat Nederlandse rechercheurs volledig op eigen houtje onderzoek gaan doen naar corruptie en criminaliteit op het eiland.

In een interview met de NOS zegt Richardson dat een voorwaarde voor het onderzoek is, dat er goed wordt samengewerkt met de politiemacht op Sint-Maarten.

"Wij hebben elkaar nodig", aldus Richardson. "De Nederlandse rechercheurs hebben de lokale kennis nodig. Wij hebben de specialistische en technologische kennis van de Nederlandse eenheden nodig. Het is in de praktijk bewezen dat ze samen veel effectiever zijn, dan wanneer ze afzonderlijk optreden."

Gokmaffia

Nederland en Sint-Maarten tekenden in mei een overeenkomst om de corruptie en criminaliteit op het eiland te bestrijden. Maar inmiddels is er een conflict ontstaan.

Nederland wil begin volgend jaar een criminele inlichtingendienst op Sint-Maarten installeren, die de gokmaffia in kaart moet brengen. Maar de ruim vijftig rechercheurs zouden buiten de lokale politie om moeten werken om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden.

De oprichting van de dienst wordt door Richardson geblokkeerd, omdat hij vindt dat de lokale politie niet genegeerd mag worden.

"Er wordt tegen ons gezegd: je bent niet nodig, wij kunnen het zonder jou", zegt hij. "Maar dan vraag ik me af: hoe dan? Want de wet geeft aan de minister van Justitie van Sint-Maarten bepaalde bevoegdheden. En als je die niet in acht neemt, ben je eigenlijk buiten het recht om aan het optreden."

Irritatie

De justitieminister van Sint-Maarten is in Nederland. Hij heeft vanavond een gesprek met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie zal er ook bij zijn.

Richardson vindt het onterecht dat het Nederlandse ministerie van Justitie en de Nederlandse politie beweren dat de onder- en de bovenwereld op Sint-Maarten versmolten zijn. "Er komen integriteitsschendingen voor, er komen corruptieve praktijken voor. Die moeten bestreden worden, zonder dat je meteen de conclusie trekt dat de samenleving corrupt is tot in de haarvaten. Dat is sterk overdreven. Het irriteert mij dat dat beeld hier zo wordt gepusht. Ik begrijp niet waarom."

Plasterk zei voorafgaand aan dat overleg dat "we op een verstandige manier moeten samenwerken om corruptie en criminaliteit aan te pakken". "Maar dat betekent niet dat wanneer er ergens een onderzoek loopt, dat met één telefoontje van een politicus op Sint-Maarten gestopt zou kunnen worden."