Helft overheidsschuld in buitenlandse handen

Van alle schuld die de Nederlandse overheid heeft uitstaan, is de helft in handen van buitenlandse partijen als banken, centrale banken of pensioenfondsen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek.

Hoe meer buitenlandse schuldeisers de overheid heeft, des te ongunstiger voor Nederland, legt CBS-econoom Peter Hein van Mulligen uit. “Wanneer het gros van de staatsschuld in Nederlandse handen is, komen alle rentebetalingen ook hier terecht.”

Ter vergelijking wijst hij naar Griekenland. “Griekenland heeft veel buitenlandse schuldeisers. Dat geld gaat allemaal het land uit.”

In totaal was de overheidsschuld afgelopen kwartaal 459 miljard euro. Nederlandse banken, pensioenfondsen en verzekeraars bezitten de andere helft van de overheidsschuld.

Schuld van de crisis

De toename van buitenlandse schuld heeft onder meer te maken met de financiële crisis. Enerzijds moest de Nederlandse overheid plotseling een hoop geld lenen om banken te hulp te schieten. Van Mulligen: “Als je vlug geld nodig hebt kom je al snel op internationale kapitaalmarkt terecht.”

Tegelijk moesten banken na de crisis aan strengere eisen voldoen. Onderdeel daarvan was dat ze hun geld veiliger moeten beleggen. “Heel veel beter dan Nederlandse obligaties wordt het niet, wat risico’s betreft”, legt Van Mulligen uit. De Nederlandse schuld was daarom, ondanks de lagere rente, ook in het buitenland populair.

Tekort

De totale staatsschuld nam afgelopen drie maanden met 9 miljard toe in vergelijking met het kwartaal ervoor. “Dat komt omdat er nog steeds een begrotingstekort is en er dus meer geld is uitgegeven dan er binnenkomt. Dat neemt wel af", aldus Van Mulligen.