Meer basisscholen kiezen kortere lesdagen

Steeds meer basisscholen kiezen voor lesdagen waarbij kinderen minder lang op school zitten. Uit een enquête van DUO Onderwijsonderzoek blijkt dat volgend schooljaar 56 procent van de scholen het traditionele rooster hanteert. In het schooljaar 2011-2012 was dat nog 77 procent.

Veel scholen kiezen roosters waarbij kinderen kort lunchen en een stuk vroeger klaar zijn. In het AD zegt de directeur van het onderzoeksbureau dat het aantal scholen dat het traditionele lesrooster overboord gooit, de komende jaren alleen maar zal toenemen.

Aan het onderzoek deden 405 docenten mee. Uit hun antwoorden blijkt dat volgend jaar ongeveer 23 procent van de basisscholen het zogeheten continurooster gebruikt. Kinderen krijgen dan vier 'lange' dagen les, vaak tot 14.45 uur, en zijn op woensdagmiddag vrij.

Diverse modellen

Volgens DUO Onderwijsonderzoek zijn er naast dat model en het traditionele rooster nog vier andere schooltijdmodellen:

1. Het Hoorns model, waarbij kinderen ook op vrijdagmiddag vrij zijn.
2. Het vijf-gelijke-dagen-model, waarbij er geen vrije middagen zijn en kinderen vaak om 14.00 of 14.30 uur klaar zijn.
3. Het bioritmemodel, waarbij kinderen leren van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.30 tot 16.30 uur. De periode daartussen wordt aan lunch, ontspanning, cultuur en sport besteed.
4. Het 7-tot-7-model, waarbij kinderen een aaneengesloten programma in blokken onderwijs, opvang, sport en ontspanning krijgen. De school is het hele jaar van 07.00 tot 19.00 uur open.

Beste voor leerlingen

De onderzoekers vroegen ook wat het beste model voor leerlingen, ouders en de docenten is. Voor leerlingen is het bioritmemodel het beste, zegt 31 procent van de ondervraagden. Tegelijkertijd zijn die tijden voor docenten en ouders het onhandigst, stellen zij.

Het traditionele model en het vijf-gelijke-dagen-model zijn gemiddeld genomen voor alle partijen het gunstigst. Toch wordt het vijf-gelijke-dagen-model volgend jaar door maar 9 procent van de scholen gebruikt.