Wexy in het Rijksmuseum
NOS Nieuws

'Napoleon blijft een fascinerende veldheer'

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

Door verslaggever Jeroen Wielaert

De Prins van Oranje, gewond geraakt tijdens de Slag bij Waterloo. Hij ligt op de grond, gadegeslagen door de Britse bevelhebber Wellington, op het enorme schilderij van Jan Willem Pieneman uit 1824. Het was de propagandistische verbeelding van de historische strijd die op 18 juni 1815 een eind maakte aan het tijdperk van Napoleon.

Het doek is te zien op de tentoonstelling Ooggetuigen van Waterloo in het Rijksmuseum. Naast vele andere stukken, zoals het opgezette paard Wexy, ooit eigendom van de Nederlandse prins. Het kijkt je aan vanuit de vitrine waarin hij is gestald.

  • Jeroen Wielaert / NOS
    Wexy, het opgezette paard van de Prins van Oranje
  • Jeroen Wielaert / NOS
    Alexander Pechtold bekijkt een schilderij op de tentoonstelling in het Rijksmuseum

Bloedige strijd

De werkelijkheid van de strijd bij Waterloo was anders dan die van het schilderij: heftiger, bloediger, gruwelijker. "Er is daar in een klein gebied verschrikkelijk hard gevochten", zegt Ben Schoenmaker, een van de auteurs van het boek Waterloo, 200 jaar strijd dat vandaag ook in het Rijksmuseum werd gepresenteerd.

Daags na de slag lag het terrein nog vol met kermende gewonden. De gesneuvelden kregen bezoek van bewoners uit de omliggende dorpen, maar ook van soldaten die de strijd overleefden. Samen roofden ze alles wat was achtergebleven en van enige waarde was: geld, wapens, uniformstukken, hoofddeksels.

De Fransen vonden dat Napoleon onverdiend had verloren.

Ben Schoenmaker, schrijver

Waterloo werd snel het reisdoel van een groeiende groep oorlogstoeristen. Allemaal wilden ze dat magische terrein zien, zonder er zelf te hoeven sterven – het was de aantrekkingskracht van de verschrikking. Natuurlijk was het voor bezoekers uit de overwinnaarslanden ook bijzonder om de akkers te zien waar Napoleon ten onder ging.

Pechtold

D66-leider Alexander Pechtold kreeg in het Rijksmuseum een exemplaar aangeboden van het boek, als afstammeling van een soldaat die meevocht aan Britse zijde. Hij sneuvelde niet, deze Gerardus Jacobus Pechtold. Vijftig jaar na de strijd kreeg hij een zilveren erekruis. Nog eens tien jaar later werd hij met andere veteranen vereeuwigd door Petrus Marinus Slager.

Alexander Pechtold vond de familieheld tien jaar geleden op Google. Hij stelt vast dat het destijds niet zo goed gesteld was met de veteranenzorg. Hij weet ook dat de Slag bij Waterloo in twee eeuwen tijd op veel verschillende manieren is uitgelegd.

Zo is Waterloo in Frankrijk de geschiedenis ingegaan als de glorieuze nederlaag van Napoleon. De geest van de gevallen, verbannen keizer bleef daar na zijn dood in 1821 nog lang rondwaren. "De Fransen vonden dat hij onverdiend had verloren," legt Schoenmaker uit. "Eigenlijk had hij recht op de overwinning, vanuit Franse optiek."

Roem

"Napoleons roem als veldheer is niet aangetast door die definitieve nederlaag. Hij was een geweldenaar met heel veel doden op zijn geweten. Denk maar aan de desastreuze veldtocht naar Rusland, met honderdduizenden gesneuvelde soldaten en veel burgerslachtoffers. Als veldheer blijft hij fascinerend."

Twee eeuwen later hebben de auteurs meer accent gelegd op het Nederlandse aandeel in die eindstrijd. "Die is vooral in de Britse geschiedschrijving nogal onderbelicht gebleven", zegt Schoenmaker. "Zowel in Waterloo, maar ook in Quatre Bras, een belangrijke slag twee dagen voor Waterloo. Dat was een kruispunt dat door Nederlandse troepen tegen een Franse overmacht is verdedigd."

Her en der in het zuiden van Nederland wordt daar nog aan herinnerd door uitspanningen met de naam Quatre Bras. En tot 1940 werd op 18 juni in Nederland Waterloo-dag gevierd. Dit feest is door de Tweede Wereldoorlog in onbruik geraakt. Waterloo was het einde van Napoleon, maar niet van grote conflicten.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl