Fyra-exploitant wilde Beneluxtrein behouden

De directie van NS-dochterbedrijf HSA, dat de Fyra-treinen op de hsl exploiteerde, wilde de Beneluxtrein als alternatieve route naar Brussel in stand houden. Dat zei voormalig directievoorzitter Jan-Willem Siebers van HSA voor de parlementaire enquêtecommissie die het Fyra-debacle onderzoekt.

Deze bij reizigers populaire Beneluxtrein over het gewone spoor werd toch geschrapt uit de dienstregeling. Dat besluit is al in het voorjaar van 2012 genomen, toen nog niet zeker was of de Fyra’s toestemming zouden krijgen om later dat jaar op het Nederlandse en Belgische spoor te gaan rijden.

Volgens Siebers zou het in stand houden van een alternatieve verbinding betekenen dat het erg druk zou worden op het spoor rond Schiphol, Rotterdam en verder op de route naar Brussel.

“Het was heel moeilijk, maar wij zagen wel mogelijkheden. Er was een aantal aanpassingen dat gedaan kon worden in de dienstregeling bij NS en bij goederenvervoerders die het wellicht mogelijk maakten", zei Siebers. Hij voegde eraan toe dat NS Reizigers, het NS-onderdeel dat verantwoordelijk is voor het hoofdrailnet, bezwaar maakte.

Hanzelijn

Volgens Siebers heeft de hoofddirectie van de NS uiteindelijk besloten alleen de Fyra naar Brussel te laten rijden. Die woog daarbij mee dat de dienstregeling al behoorlijk op de schop moest vanwege een andere belangrijke verandering op het spoor, de ingebruikname van de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle.

“Dat betekende heel veel extra uitdagingen en dat maakte dat het alternatief dat wij zagen voor NS Reizigers zeer complex was om uit te voeren", zei Siebers.

Volgens Siebers waren ook de Belgen geen voorstander van een tweede verbinding tussen Amsterdam en Brussel. Ze zouden op dat moment voldoende vertrouwen hebben in de Fyra.

Advies ProRail

Later vandaag bleek dat bij spoorbeheerder ProRail ook grote zorgen waren over het ontbreken van een alternatieve treinverbinding. Bas Oosthoek, die namens ProRail adviseerde over de ingebruikname van de nieuwe trein, zei voor de commissie dat er in de testfase nog grote zorgen waren over de betrouwbaarheid. Hij zou "absoluut een negatief advies" gegeven hebben over de Fyra als de Beneluxtrein was blijven rijden. "Ik heb meerdere keren gedacht: 'niet doen', maar omdat het alternatief weg was hebben we gewerkt aan hetgeen wel kon", zei Oosthoek.