Record voor tentoonstelling Late Rembrandt
De tentoonstelling Late Rembrandt heeft een recordaantal bezoekers getrokken. Ruim een half miljoen mensen bezochten de expositie in het Rijksmuseum.
"Een groot succes", zegt directeur Wim Pijbes. "Je hoopt er natuurlijk op, en dit zijn prachtige cijfers: 520.698 bezoekers in drie maanden." Dat zijn er 60.000 meer dan het vorige record, bij de Rembrandt-tentoonstelling in 1969.
Op de tentoonstelling Late Rembrandt waren honderd werken uit de laatste twintig jaar van de 17de-eeuwse meester te zien. Het is de duurste die het museum ooit maakte: 5 miljoen euro. Alleen de verzekering voor alle werken kostte al een miljoen euro.
Of het museum winst maakt, wil Pijbes niet zeggen. "We zijn in ieder geval uit de kosten", is het enige dat hij kwijt wil. Ongeveer 20 procent van de bezoekers kwam uit het buitenland.
Een groot succes voor het museum, maar bezoekers hadden ook kritiek. Het museum kreeg zo'n honderd klachten binnen van mensen die het te druk vonden. Ze konden de schilderijen niet goed zien en er was door de drukte te veel lawaai en te weinig mogelijkheid voor contemplatie.
Pijbes reageerde geprikkeld op die kritiek in dagblad Trouw: "Als je behoefte hebt aan contemplatie, dan koop je zelf maar een Rembrandt. Het museum is geen stiltecentrum".
Dat was tegen het zere been van veel bezoekers. Later nuanceerde hij zijn woorden in een ingezonden stuk in NRC en gaf hij toe dat het af en toe te druk was, maar dat het museum er alles aan deed om de bezoekers te spreiden.
Niet té druk
"Al met al is het toch niet té druk geweest", zegt Pijbes vandaag in het NOS Radio 1 Journaal. "Ik wil het niet bagatelliseren, maar er is via de sociale media een beeld ontstaan. Iedereen zet zijn klacht tegenwoordig meteen op internet. Dan lijkt het al snel of er van alles aan de hand is, terwijl het overgrote deel van onze bezoekers tevreden was."
Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, het stimuleringsfonds voor beeldende kunst, zegt dat musea ook wel veel bezoekers moeten trekken. "Ze moeten steeds meer hun eigen broek ophouden, omdat er de laatste jaren veel bezuinigd is op culturele instellingen. Ze hebben dit soort blockbusters echt nodig."
Het grootste deel van die schilderijen en etsen gaat nu weer terug naar de musea en de particulieren die ze voor deze tentoonstelling beschikbaar stelden. Het Joodse Bruidje, De Staalmeesters en Titus hangen vanaf maandag gewoon weer in de eregalerij van het Rijksmuseum.
Overigens werd het Rijks gisteren uitgeroepen tot beste museum van Europa. In Glasgow kreeg het de European Museum of the Year Award toegekend.