Vrijwilligers op kotter gaan vluchtelingen Zuid-Europa helpen

Met een omgebouwde kotter uit Harlingen willen vrijwilligers op de Middellandse Zee vluchtelingen gaan opsporen. Ze willen de 'oren en ogen van de kustwacht' zijn. Maar niet iedereen vindt het een goed idee.

Het schip is niet alleen bedoeld als hulpvaartuig, maar ook als protest. "We willen laten zien welke humanitaire ramp zich aan de buitengrenzen van Europa voltrekt", zegt Jelle Goezinnen. Hij is een van de Nederlandse vrijwilligers die op de Sea-Watch voor de Zuid-Europese kust gaan varen.

Duitsland

Het schip liep vanochtend de Eemshaven binnen. Het is een particulier initiatief, opgericht en gefinancierd door rijke families uit Berlijn die ongeveer 120.000 euro investeerden.

Inmiddels komen er ook donaties binnen van andere geldgevers en is er genoeg opgehaald om het initiatief drieënhalve maand te bekostigen.

De 21 meter lange kotter is in Hamburg aangepast om naar vluchtelingen op zee te speuren. Zo is er een 8,5 meter hoge mast geplaatst voor een sterkere radar en internetverbinding.

In de Eemshaven pikt de Sea-Watch een kleine motorboot op. Die wordt aan boord gehesen van de kotter en wordt straks in het uiterste geval gebruikt om mensen uit zee te vissen.

Maar het aan boord nemen van opvarenden op de overvolle vluchtelingenboten is nadrukkelijk niet de bedoeling. De bemanning van de Sea-Watch moet hulp bieden met reddingsvesten, vlotten, voedsel, water en medicijnen. Daarna worden de hulpdiensten gewaarschuwd, zoals de Italiaanse kustwacht.

De Sea-Watch gaat opereren vanuit Malta. Tien dagen op zee, twee dagen in de haven in Malta, is het ritme dat de bemanning wil aanhouden.

Directeur Tineke Ceelen van de stichting Vluchteling noemde de onderneming "knap riskant". Ze noemt het initiatief niet verstandig en vindt dat het redden van vluchtelingen beter kan worden overgelaten aan professionals.

Ceelen ziet meer in het op peil brengen van het aantal reddingsboten, vliegtuigen en helikopters die de Europese Unie beschikbaar stelt om mensen van de verdrinkingsdood te redden. Ook moet er volgens haar meer gedaan worden aan voorlichting.

Twee stromen

Het gaat volgens haar om twee stromen mensen die proberen Europa te bereiken. De eerste stroom bestaat uit jonge mannen die op zoek zijn naar een betere toekomst. "Die mensen zou je beter moeten voorlichten over de grote gevaren van het oversteken van de Middellandse Zee en over de bijzonder kleine kans dat ze hier een verblijfsvergunning krijgen en een nieuw leven kunnen opbouwen. Dus dat ze daarvoor dat risico niet moeten nemen", zegt Ceelen.

De andere, grote stroom zijn mensen die uit oorlogsgebieden komen en dat is volgens haar een stuk ingewikkelder. "Die mensen zullen zich door gevaren niet snel laten tegenhouden, want daar komen ze dus precies vandaan."