Meer dan 6000 doden sinds begin crisis Oost-Oekraïne

Sinds het uitbreken van de strijd in Oost-Oekraïne, bijna een jaar geleden, zijn meer dan 6000 mensen om het leven gekomen.

Volgens de VN-Commissie voor de Rechten van de Mens zijn alleen al de afgelopen paar weken honderden burgers en militairen gedood. De meeste slachtoffers vielen bij de strijd om het vliegveld van Donetsk en rond Debaltsevo. Die plaats viel in januari na een hevige strijd in handen van de pro-Russische rebellen. Het bestand was toen al van kracht.

Veel mensen durven het strijdtoneel niet te verlaten omdat ze bang zijn dat ze tijdens hun vlucht worden gedood, zegt de VN-commissie. "Ook blijven veel bewoners achter om hulpbehoevende familieleden of eigendommen te beschermen."

Zware wapens

De commissie zegt dat er betrouwbare aanwijzingen zijn dat Rusland de afgelopen maanden is doorgegaan met het sturen van zware wapens en strijders naar Oost-Oekraïne. Volgens de VN zijn de opstandelingen dankzij die steun in staat geweest om de aanval van het Oekraïense leger af te slaan.

Moskou blijft tegenspreken dat het zware wapens en troepen heeft overgestuurd om de opstandelingen te helpen.

Minsk

De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Zeid Raad al-Hussein, heeft alle partijen opgeroepen zich te houden aan het tweede akkoord van Minsk. Daarin is afgesproken dat alle zware wapens uit Oost-Oekraïne worden teruggetrokken en dat de wapens worden neergelegd.

Vorige week hebben zowel het Oekraïenese leger als de opstandelingen een begin gemaakt met het terughalen van zware wapens. Bovendien werden gevangenen uitgeruild, zoals was afgesproken.