Raad van Europa: afluisteren VS bedreigt mensenrechten

Het massaal verzamelen van gegevens van privépersonen door veiligheidsdiensten is een fundamentele bedreiging van mensenrechten. Je moet daarbij denken aan het recht op privacy, de vrijheid van meningsuiting en het recht op een eerlijk proces. Dat staat in een rapport van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa dat is geschreven door de Nederlander Pieter Omtzigt (CDA).

In het rapport staat ook dat de Raad van Europa “ernstig bezorgd” is over de geavanceerde systemen waarmee de VS en Groot-Brittannië data verzamelen, opslaan en analyseren. Aanleiding voor het rapport zijn de onthullingen van Edward Snowden over de Amerikaanse afluisterdienst NSA.

Omtzigt schrijft dat persoonsgebonden gegevens alleen verzameld zouden mogen worden als er een rechterlijke uitspraak is en een redelijke verdenking van een misdaad.

Versleuteling

Volgens het rapport dreigt de “toezichtsindustrie” volledig uit de hand te lopen en is het tijd om het toezicht “aan de wet te onderwerpen”. In de tussentijd is goede beveiliging van software de enig beschikbare verdediging tegen inbreuken op de privacy.

Volgens Omtzigt is er geen bewijs dat het massaal afluisteren beter helpt in de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad dan de traditionele gerichte technieken. Het tegendeel is eerder waar, schrijft hij. Als bepaalde veiligheidsstandaarden van internet opzettelijk verzwakt worden om data te kunnen verzamelen, kunnen terroristen en misdadigers ook gebruik maken van die zwakheden. Dat zal de nationale veiligheid juist aantasten, zegt Omtzigt.

Het rapport van Pieter Omtzigt wordt later dit jaar besproken in de Raad van Europa. Die Raad heeft als doel het bevorderen van democratie en mensenrechten. Alle Europese landen zijn lid, behalve Wit-Rusland.