Feyenoord kan jaren vooruit met piepjonge centrale duo
Feyenoord streek maandagavond neer in Dubai voor een trainingskamp. Trainer Fred Rutten werkte een dag later met zijn groep van 26 spelers onder een stralend blauwe hemel een korte, ontspannen eerste training af.
In totaal heeft Rutten er tien gepland. Die moeten de basis vormen voor een succesvolle tweede seizoenshelft, waarin de leiderspositie van PSV alsnog in gevaar moet worden gebracht. Terence Kongolo en Sven van Beek (allebei 20 jaar) spelen daarin een belangrijke rol.
Ik had weinig vertrouwen in mezelf in die periode.
De twee jonge verdedigers moesten door de concurrentie van onder meer Stefan de Vrij en Bruno Martins Indi even wachten op hun doorbraak, die uiteindelijk vorig seizoen onder de inmiddels naar Southampton vertrokken Ronald Koeman plaatsvond. Het vertrek van De Vrij en Martins Indi na het WK maakte daarna de weg naar een vaste plaats in de Feyenoord-defensie helemaal vrij.
In de jeugd van Feyenoord waren er de meeste twijfels over Van Beek. ''Dat merkte ik wel. Ik kreeg minder aandacht dan anderen. Ik had weinig vertrouwen in mezelf. Ik ben altijd iemand geweest die aan anderen dacht. Op een gegeven moment ben ik vooral aan mezelf gaan denken'', kijkt Van Beek in Dubai terug op de omslag in zijn loopbaan.
Ook Kongolo moest geduld hebben. De jonge verdediger, die ook als back uit de voeten kan, maakte echter vorig jaar onder Koeman zo snel progressie dat hij uiteindelijk met de WK-selectie van Louis van Gaal meeging naar het WK. Voor zijn doorbraak had hij nog in het kantoor van Koeman gezeten met de opmerking dat hij graag verhuurd wilde worden.
"Ik wilde spelen. Koeman zei echter dat hij het geen goed idee vond dat ik weg zou gaan. Ik zou een kans krijgen en moest die grijpen. Dat heb ik uiteindelijk gedaan. Maar het duurde wel lang", kijkt Kongolo in Dubai terug op zijn opmars.
De verdedigers zien nog steeds kansen op de titel voor Feyenoord, ondanks de achterstand van twaalf punten op koploper PSV. "Ik verwacht het onverwachte. Je weet het maar nooit", kijkt Van Beek hoopvol vooruit naar de tweede seizoenshelft.