NOS Nieuws

Einde Mocro-oorlog nog niet in zicht

  • ANP
    In 2012 werden in Staatsliedenbuurt twee mensen doodgeschoten
  • ANP
    Een doorzeefde auto na een liquidatie in de Staatsliedenbuurt in 2012

Het geweld in de Amsterdamse onderwereld is nog niet voorbij. Daarvoor waarschuwen politie en justitie in een interview in De Telegraaf. De krant sprak met de Amsterdamse politiechef Pim Jansonius en officier van justitie Jeroen van Berkel, de leiders van het 'anti-liquidatieteam Amsterdam'.

Daarin vertellen ze over de problemen bij het onderzoek naar de liquidaties door de zogenoemde Mocro-maffia ('Mocro' is straattaal voor iemand van Marokkaanse afkomst). Die begonnen in 2012 met een ruzie over een partij cocaïne tussen twee overwegend uit Marokkanen bestaande drugsbendes. Sindsdien zijn er in deze oorlog vijftien tot twintig liquidaties gepleegd. De laatste was maandag.

Of de moord in Amsterdam van de afgelopen nacht er iets mee te maken heeft, is nog niet bekend.

Vrijwel niemand durft iets te verklaren.

Politiechef Jansonius

Politiechef Jansonius zegt dat het bij deze moordzaken lastig is om technische sporen te vinden. De vluchtauto's die de huurmoordenaars gebruiken worden steevast in brand gestoken, zegt hij.

Bij andere moordzaken levert onderzoek vaak informatie op van nabestaanden over mogelijke daders of een motief. Dat is bij deze moorden niet het geval. "Vrijwel niemand durft iets te verklaren. Dat komt omdat een aantal nabestaanden zelf criminele banden heeft", zegt Jansonius.

Een ander probleem is dat de samenstelling van verdachte groepen snel kan veranderen. Het is volgens Van Berkel ook een misverstand om te denken dat het alleen om Marokkanen gaat. Ook Antillianen en autochtone Nederlanders spelen een rol.

Ondanks deze moeilijkheden doet de politie er alles aan om de daders op te sporen. Op dit moment zijn tientallen rechercheurs met 21 grootschalige onderzoeken belast.

Ondertussen probeert de politie operaties van deze criminele groepen te "verstoren", bijvoorbeeld door invallen te doen op plekken waar ze samen komen, zoals lounges, coffeeshops en andere horecagelegenheden. Bij een recente inval zijn tassen vol automatische wapens gevonden.

Wantrouwen

Inmiddels is het onderlinge wantrouwen zo groot dat kopstukken besluiten om kopstukken van andere groepen te vermoorden voordat ze zelf slachtoffer worden, zegt Jansonius.

Om zeker te zijn van succes worden de zwaarst mogelijke wapens aangeschaft, zoals pantserdoorborende munitie, waar ze nauwelijks mee kunnen omgaan. "Op camerabeelden van een recente liquidatie was te zien dat een schutter zijn wapen amper in bedwang kon houden", zegt Jansonius.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl