Slachtoffers zitten voor de fabriek van Union Carbide, een dag na de ramp
NOS Nieuws

'Mijn vader heeft ons leven gered'

Toen in Bhopal de hel uitbrak, was Anita Kluge 14 jaar oud. Tegenwoordig woont ze in Nederland, maar in de nacht van 2 op 3 december 1984 woonde ze met haar familie vijfhonderd meter van de pesticidenfabriek. Ze overleefde de giframp omdat ze goed naar haar vader had geluisterd.

"Ik sliep", vertelt Kluge dertig jaar later in Met Het Oog Op Morgen. "Totdat ik mensen hoorde rennen. Ze klopten op onze deur. Ik deed de deur open en zag veel mensen rennen."

Anita en haar familieleden gingen niet naar buiten. Haar vader was op dat moment in Bombay, maar hij had de familie goed geïnstrueerd. Hij was chauffeur geweest voor de directeur van Union Carbide en kende de risico's. Er was al eens een dode gevallen bij een ongeluk.

"Hij had gezegd dat we bij een ongeluk niet naar buiten mochten, ramen en deuren gesloten moesten houden en de gordijnen nat moesten maken. We moesten thuisblijven en mochten niet wegrennen. Dat heeft ons leven gered."

Anita Kluge in 2014

Veel mensen hadden rode ogen. Ze hadden pijn en er was veel gehuil.

Anita Kluge, overlevende van de giframp in Bhopal

De volgende ochtend begreep Anita dat de mensen buiten voor hun leven hadden gerend. "Toen ik de deur 's ochtends opendeed, zag ik lichamen liggen op straat. In onze straat waren zeven mensen omgekomen. Veel mensen hadden rode ogen. Ze hadden pijn en er was veel gehuil."

Anita heeft niets gevoeld van het giftige gas en geen gezondheidsschade opgelopen. Maar dat geldt niet voor familieleden die nog steeds in de buurt van Bhopal wonen.

"Sommigen hebben kinderen die lichamelijk of verstandelijk gehandicapt zijn geboren. En door de corruptie hebben niet alle slachtoffers compensatie gekregen. Ik heb vandaag nog mensen gesproken die er wonen. Ze kunnen niet werken, hun familieleden zijn gestorven en er verandert niets."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl