Wennemars ziet een kwetsbare Kramer

De eerste wereldbekerwedstrijd schaatsen van het postolympische jaar gaf een vertrouwd beeld: veel Nederlanders mochten dit weekeinde in Obihiro het podium beklimmen. Vooral bij de langere afstanden. Nederland won acht van de veertien gouden medailles in de Japanse stad.

Sven Kramer schreef de 5.000 meter op zijn naam en won ook de ploegenachtervolging. De 1.500 meter verliep voor de 28-jarige Fries minder voorspoedig. Kramer stelde teleur met een achtste plek. En zo'n klassering hoort niet bij de status van Kramer, zo meent NOS-analyticus Erben Wennemars.

Andere fase

"Hij was de afgelopen jaren dominant en won alles. Er zijn nu mensen die niet meer bang voor hem zijn en hem op de hielen zitten", zei Wennemars. Volgens de analyticus is de 28-jarige Fries in een nieuwe fase van zijn carrière beland: "Hij kan nog steeds winnen, maar het is niet meer vanzelfsprekend."

Internationaal

Ondanks de teleurstellende plek van Kramer lieten de Nederlandse schaatsers in algemene zin een positieve indruk achter. "Wat we nu laten zien is goed. Namen als Jorrit Bergsma, Jan Blokhuijsen, Jorien ter Mors en de gebroeders Mulder ontbreken. Dan kun je er dus van uitgaan dat we dit jaar veel gaan winnen."

Ondertussen slaagt de internationale top er niet in om aansluiting te vinden met de Nederlanders. "Dat het niveau hier hoog ligt, dat kunnen we onszelf niet kwalijk nemen."

Volgens Wennemars werken de internationale schaatsers niet hard genoeg. "Als ze echt de aansluiting willen met de Nederlanders, zullen ze harder moeten trainen."