'Integratie afwachten is geen optie'

De integratie van derde en vierde generatie allochtonen in Nederland gaat vaak niet beter dan die van eerdere generaties. Dat stelt antropologe Roanne van Voorst in haar boek 'Jullie zijn anders als ons. Jong en allochtoon in Nederland', waarvoor ze onderzoek deed naar problemen met allochtone jongeren.

Volgens Van Voorst waren bij eerdere onderzoeken naar de positie van allochtonen in Nederland amper allochtonen betrokken. "Dat stoorde en verbaasde mij enorm", zei de antropologe in het Radio 1 Journaal.

Leefomgeving

"Ik hoorde altijd politici en andere mensen die allemaal klachten hadden over allochtonen. Soms terecht, maar die jongeren hoorde ik nooit." Van Voorst besloot daarom zelf onderzoek te doen naar hun leefomgeving en kwam met opvallende resultaten.

Van Voorst vertelt dat ze voor haar onderzoek soms dagenlang optrok met jongeren uit verschillende culturen. "Dan ga je heel goed de verschillen zien tussen mijn en hun dagelijks leven", zegt ze. "Die verschillen zijn heel klein, maar kunnen wel veel verhelderen."

Ongebruikelijk

Zo stelt de antropologe dat het bij veel culturen, bijvoorbeeld de Molukse, ongebruikelijk is om je snel aan te passen. "Die groep houdt juist heel sterk vast aan oude gewoontes en tradities, zelfs in de derde of vierde generatie."

Volgens haar botst die vasthoudendheid soms met de Nederlandse verwachting om snel te integreren. "Afwachten en zeggen dat het bij de volgende generatie wel goedkomt, is dus geen optie", zegt ze.

Met ons

Een van de jongeren die aan het onderzoek meewerkte, is de Molukker Nathan Ririhena. Hij is blij dat er eindelijk "met ons in plaats van over ons" wordt gesproken.

Volgens hem zit ook het verleden bij veel Molukkers diep. Ze voelen zich door Nederland afgewezen en niet serieus genomen en dat vertaalt zich in een boosheid en een terughoudendheid jegens Nederland, denkt Ririhena.

Afwijzingsgevoel

Ook denken Van Voorst en Ririhena dat het probleemgedrag van allochtonen soms voortkomt uit een afwijzingsgevoel. De twee denken dat veel allochtonen zich niet voldoende gewaardeerd voelen in Nederland.

"Die denken: ik ben toch een kut-Marokkaan, waarom zou ik nog m'n best doen?", vertelt Van Voorst. "Veel problemen met jongeren komen echt door het gevoel dat ze toch niet goed gevonden worden."

Buurtbarbecue

De antropologe adviseert de overheid om de investeren in onderwijs, omdat ze door hun achtergrond een kleinere kans hebben om het goed te doen op school. "Want al die gesubsidieerde buurtbarbecues, om mensen met elkaar in contact te brengen, hebben volgens mij niet zoveel zin."

Beluister het hele gesprek met Roanne van Voorst en Nathan Ririhena rechts op deze pagina.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl