Onderzoeksverantwoording Twitteronderzoek NOS
Van 17 mei tot en met 29 mei analyseerde de NOS alle tweets van en naar de lijsttrekkers van de grote partijen. We maakten hiervoor gebruik van een zelf ontworpen programma, dat elke dag via gestandaardiseerde zoekopdrachten aan de Twitter Search API vroeg:
hoeveel berichten de lijsttrekkers per dag schrevenhoeveel van die berichten een @-reply washoeveel @-replies de lijsttrekkers zelf had
We kozen ervoor niet het algemene twitteraccount van een partij te volgen, tenzij het niet anders kon. De kracht van Twitter is het persoonlijke, vandaar dat het onderzoek zich primair richtte op de persoonlijke accounts van de lijsttrekkers.
Maar omdat niet alle lijsttrekkers evident actief zijn op Twitter, zit er één nummer drie bij. In twee andere gevallen volgende we toch het partijaccount.
Wie volgden we?
CDA - Maxime Verhagen - @maximeverhagen PvdA - Job Cohen - @jobcohen SP - algemeen account - @spnl VVD - algemeen account - @vvd PVV - Geert Wilders - @geertwilderspvv GroenLinks - Femke Halsema - @femkehalsema D66 - Alexander Pechtold - @apechtold ChristenUnie - André Rouvoet - @andre_rouvoet Partij voor de Dieren - Marianne Thieme - @mariannethieme Trots op Nederland - Rita Verdonk - @ritaverdonk SGP - Kees van der Staaij - @keesvdstaaij
De uitzonderingen zijn:
@maximeverhagen Jan Peter Balkenende is actief op Twitter, maar moeilijk vindbaar. Wie zoekt op "Jan Peter Balkenende Twitter" in Google komt een aantal fake accounts tegen. De "echte" (dat is: de door de redactie van janpeterbalkenende.nl bijgehouden account met de naam @volgjpb) staat ook niet doorgelinkt vanaf de voorpagina van cda.nl.
Van alle lijsttrekkers heeft dit account ook de minste volgers: zo'n 1300. Daarbij is deze nummer drie ook een buitencategorie. Verhagen twittert zelf, twittert veel, heeft veel volgers, kwam veel in het nieuws met zijn getweet.
@spnl Emiel Roemer heeft voor zover bekend geen eigen account. Terwijl het onderzoek liep, op 24 mei, is er wel een account @emielroemer aangemaakt. Maar dat is tot nu toe beperkt gebleven tot twee berichten. We kozen er daarom voor het algemene SP account te (blijven) volgen.
@vvd @markrutte bestaat en is glashelder: de lijsttrekker van de VVD verwijst daar door naar het account @vvd. Daarom volgden we dat.
Inhoud
Voor dit onderzoek waren we benieuwd naar de mate waarin politici dit sociale medium ook echt sociaal gebruiken. Daarom ging het nu niet om het aantal volgers, of het aantal tweets, maar om inhoud van de berichten. Om de vraag: was het een tweet aan iedereen of een @-reply?
Daarmee is precies te identificeren of het bericht onder álle volgers wordt verspreid, of alleen in de timeline verschijnt van de geadresseerde of daar in elk geval primair voor bedoeld is.
De verhouding tweets / @-replies zegt dus iets over de manier waarop het medium wordt gebruikt. Verder telden we het aantal berichten dat de politici zélf kregen. Om te zien of degene die zich nooit uitspreken, wel aangesproken werden. Dat was zo, de een meer dan de ander, maar elke lijsttrekker of partij heeft directe vragen van andere twitteraars gekregen.
Verhouding
We hielden ook bij wat de verhouding was tussen berichten aan politici en persoonlijke berichten van politici. Maar we hebben ervoor gekozen die data niet te gebruiken, omdat de aantallen zo verschillen. Er zijn dagen dat Femke Halsema meer @-replies kreeg dan we in deze opzet konden meten (>900). Er zijn ook dagen dat Kees van der Staaij 2 @-replies kreeg. Dat vervolgens afzetten tegen de antwoorden die beiden zelf schreven en die gegevens met elkaar vergelijken, vonden we niet eerlijk.
Tot slot heeft het systeem niet bijgehouden wie nou wel of geen antwoord kreeg op zijn of haar vraag. Wellicht is het voor een vervolgonderzoek wel interessant om te kijken of de @-replies gericht zijn aan een klein kringetje van partij-intimi.