NOS NieuwsAangepast

Kernwapens tijdlijn

1939 Manhattanproject

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog wordt in de Verenigde Staten een zeer geheime operatie gestart die tot doel heeft een nieuw type wapen te ontwikkelen: een atoombom.

Augustus 1945 Hiroshima en Nagasaki

Om Japan tot capitulatie te dwingen werpen de Amerikanen een uraniumbom ('Little Boy'' af boven de Japanse stad Hiroshima. Drie dagen later, op 9 augustus, wordt Nagasaki aangevallen met een plutoniumbom ('Fat Man'). Meer dan honderdduizend mensen worden direct gedood. Bij de explosies komt veel radioactiviteit vrij, waardoor het aantal slachtoffers in de jaren daarna nog fors oploopt, tot ongeveer 240.000.

1945 Start wapenwedloop

Met de kernbommen op Hiroshima en Nagasaki maken de Amerikanen niet alleen een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Azië. Ze demonstreren de wereld tevens hun technologisch en militair overwicht. Met als gevolg dat de andere overwinnaars van de oorlog alles op alles zetten om ook een atoombom te ontwikkelen. De Sovjetunie doet zijn eerste proef in 1949. Twee jaar later, in 1952 beschikt ook Groot-Brittannië over een kernwapen. Begin jaren zestig volgen Frankrijk (1960) en China (1964).

1949 – 1989 Koude Oorlog – NAVO - Warschaupact

Na de Tweede Wereldoorlog strijden de Verenigde Staten en de Sovjetunie om hun invloedssfeer in Europa uit te breiden. De landen in Oost-Europa die door Rusland zijn bevrijd, krijgen een communistische regering. Als reactie daarop sluiten de Verenigde Staten op 4 april 1949 een militair pact met hun West-Europese bondgenoten, de NAVO. Belangrijkste regel uit de verdragstekst: een aanval op één is een aanval op allen. Als tegenhanger vormen de Oost-Europese landen op 14 mei 1955 het Warschaupact.

Beide machtsblokken bouwen in de loop van de Koude Oorlog een enorm kernwapenarsenaal op. Pas 40 jaar later, met de val van de Berlijnse Muur, komt daar er een eind aan de Koude Oorlog.

Najaar 1962 Cuba-crisis

Tijdens de Koude Oorlog is wederzijdse afschrikking is het mechanisme dat beide machtsblokken afhoudt van het daadwerkelijk gebruik van de atoombom. Het gaat hier om strategische kernwapens, massavernietigingswapens die gericht zijn op strategische doelen van de tegenstander (commandocentra, raketbases, industrie, belangrijke steden).

In oktober 1962 dreigt het mis te gaan, als de Sovjetunie raketbases bouwt op Cuba en Russische schepen met kernkoppen al onderweg zijn naar het eiland.

President Kennedy eist ontmanteling van de raketbases en besluit tot een blokkade van militair materieel richting Cuba. Overleg op hoog niveau tussen Kennedy en de Russische leider Chroetsjov volgt. Uiteindelijk wordt een nucleair conflict tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie op het nippertje afgewend.

De doctrine van wederzijdse afschrikking heeft uiteindelijk toch gewerkt.

1970 Non-proliferatieverdrag

Na de Cuba-crisis gaan beide grootmachten gewoon door met het ontwikkelen van steeds weer nieuwe en geavanceerdere kernwapens. Tegelijk groeit in de loop van de jaren zestig onder de Europese bevolking de weerzin tegen de nucleaire wapenwedloop.

Ook de grootmachten beseffen dat verdere verspreiding van kernwapens een gevaar vormt voor de wereldvrede. In 1968 wordt het non-proliferatieverdrag getekend (in 1970 van kracht). Daarin is vastgelegd dat het bezit van kernwapens wordt beperkt tot de vijf landen die ze al hebben (VS, Sovjetunie, Verenigd Koninkrijk, China en Frankrijk). De overige landen beloven dat ze geen kernwapens zullen verwerven, in ruil voor de collectieve verplichting dat er uiteindelijk naar nul moet worden onderhandeld.

Kernwapens in Europa

Frankrijk en Groot-Brittannië hebben natuurlijk als kernmachten hun eigen atoomwapens, maar ook elders in Europa liggen kernwapens opgeslagen.

Vanaf het midden van jaren vijftig bouwen de Verenigde Staten een groot nucleair arsenaal op in Europa. Het gaat om tactische kernwapens, 'kleinschalige' kernwapens, in principe bedoeld voor gebruik op het slagveld tijdens een militair conflict. Maar ook deze battelfield nukes dienden vooral om de Russen af te schrikken. Want daadwerkelijke inzet van deze wapens zou in het dichtbevolkte West-Europa een soort nucleaire zelfmoord betekenen.

Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog bevinden zich zeven- tot achtduizend Amerikaanse kernwapens op Europese bodem: in Turkije, Griekenland, Italië, Duitsland, België en Nederland. Het is een publiek geheim dat de kernwapens in Nederland zich bevinden op de vliegbasis Volkel, in Oost-Brabant. Door de jaren heen hebben actievoerders regelmatig bij de vliegbasis geprotesteerd tegen de aanwezigheid van deze kernwapens.

Eind jaren zeventig – NAVO-dubbelbesluit

Het evenwicht tussen de supermachten dreigt eind jaren zeventig verstoord te worden doordat de Russen een middellangeafstandsraket ontwikkelen (SS-20), die met drie afzonderlijk te richten kernkoppen is uitgerust. Met de meer dan 700 gestationeerde SS-20 raketten ligt vrijwel ieder doel in West-Europa binnen bereik. Als reactie besluit de NAVO op 12 december 1979 om 572 kruisraketten in Europa te plaatsen. Gelijktijdig ('dubbelbesluit') doet de NAVO het aanbod aan de Sovjetunie om over beperking van deze wapens te onderhandelen.

Hollanditis – verzet tegen kernwapens

Als reactie op een dreigende intensivering van de kernwapenwedloop begint in Nederland het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad) in 1977 de campagne: "Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland". De campagne groeit uit tot een massaal protest tegen de plaatsing van nieuwe kernwapens in Europa. Het Nederlandse verzet staat bekend als 'Hollanditis', of 'Hollandse ziekte', om aan te geven dat het verzet tegen kernwapens zich als een virus verspreidt.

Op 21 november 1981 demonstreren honderdduizenden mensen in Amsterdam. Twee jaar later, op 29 oktober 1983 is in Den Haag de grootste demonstratie die ooit in Nederland gehouden is: 550.000 mensen. Ondanks het verzet neemt de Nederlandse regering op 1 november 1985 het besluit tot plaatsing van 48 kruisraketten op de vliegbasis Woensdrecht.

1985 - Gorbatsjov en Reagan

Uiteindelijk worden de kruisraketten in Nederland nooit geplaatst. In 1985 komt in de Sovjetunie Michail Gorbatsjov aan de macht. Zijn aantreden betekent een ommekeer in de wapenwedloop. Samen met de Amerikaanse president Ronald Reagan ijvert Gorbatsjov voor het terugdringen van de wapenwedloop. Op de beroemde top van Reykjavik in 1986 ligt zelfs het voorstel op tafel om alle kernwapens af te schaffen. Zover komt het niet. In de jaren daarna sluiten beide grootmachten wel een reeks verdragen die het aantal kernwapens moeten terugdringen.

Nieuwe kernmachten

Het non-proliferatieverdrag (NPV) uit 1970 moest voorkomen dat behalve de vijf kernmachten andere landen de beschikking zouden krijgen over kernwapens. Dat doel is niet bereikt.

Israël beschikt waarschijnlijk al sinds de jaren tachtig over kernwapens en weigert inspectie door het Internationaal Atoom Agentschap.

In 1974 doet India zijn eerste kernproef, bijna 25 jaar later, in 1998, de volgende. In datzelfde jaar, 1998, doet ook India's aartsvijand Pakistan een succesvolle kernproef. Evenmin als Israël hebben India en Pakistan het NPV ondertekend.

Noord-Korea beschikt waarschijnlijk ook over kernwapens en heeft het NPV opgezegd.

Iran zegt dat het alleen uranium verrijkt voor energiedoeleinden, maar wordt ervan verdacht in het geheim een atoombom te ontwikkelen. Overigens is Iran nog steeds wel lid van het NPV.

2009-2010 Oproep Obama

Op een redevoering in Praag, in april 2009, kort na zijn aantreden, spreekt de nieuwe Amerikaanse president Barack Obama zich uit voor een kernwapenvrije wereld. In zijn speech noemt hij kernwapens de "gevaarlijkste erfenis uit de Koude Oorlog".

Precies een jaar later, in april 2010, zet Obama de eerste concrete stappen. In zijn nucleaire beleidsplan, de Nuclear Posture Review, kondigt hij aan dat de Verenigde Staten geen nieuwe kernwapens meer ontwikkelen. Ook zal de VS onder zijn bewind in vrijwel geen enkel geval als eerste kernwapens inzetten, zelfs niet uit zelfverdediging of bij biologische en chemische aanvallen. Het beleid geldt echter niet voor landen als Noord-Korea en Iran, omdat die hun nucleaire programma's niet of onvoldoende onderwerpen aan internationaal toezicht.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl