Gevangenen in het kamp · Nationaal Archief

Ophef over vrijlaten collaborateurs

Premier Schermerhorn heeft veel onrust veroorzaakt met een voorstel opgepakte collaborateurs vrij te laten. Een toch al omstreden dossier is daardoor nog chaotischer geworden.

"Het Nederlandse volk zal zich moeten afvragen wat wij op den duur met de zogenaamde lichte gevallen willen", redeneerde Schermerhorn. Hij zette uiteen dat het rechtssysteem is overweldigd, veel overvolle detentiekampen niet winterklaar zijn en er ook onschuldigen vastzitten.

"Dan gaat het om het kiezen van het kleinste kwaad; dan zou het ook kunnen zijn dat vrijlating zou moeten worden overwogen ook indien deze uit anderen hoofde op bezwaren stuit", vindt Schermerhorn. "Immers wij zijn Nederlanders en geen Duitsers."

Dan komt er échte bijltjesdag.

Boze briefschrijver in De Waarheid

Veel Nederlanders hebben echter geen boodschap aan die nuances. Ze zijn woest dat de premier al drie maanden na de bevrijding de helft van de 120.000 gedetineerden wil laten gaan. Een verduidelijking van Schermerhorn dat een proces later volgt, helpt niks.

"Landgenoten, dit mag niet gebeuren!", briest de Communistische Partij. "Ook al behoorden zij niet tot de leiders, dragen alle NSB'ers door het feit van hun vrijwillig lidmaatschap, mede de verantwoordelijkheid voor alle misdaden van hun aanvoerders. Door hun vrijwillig lidmaatschap hebben zij de bloeddorstige vijand steun verleend."

"In lichte gevallen geloof ik niet", protesteert een verzetsleider in De Waarheid. Een ander noemt "het een vuistslag in het gelaat van onze illegale werkers". "Straks staat Mussert weer te preken", schrijft een mejuffrouw W.B. de krant. "Maar dan komt er échte bijltjesdag."

Verwaarloosd, vernederd, mishandeld

De Waarheid schrijft dat er naast betogingen en handtekeningenacties inderdaad op sommige plekken al vrijgelaten verdachten zijn aangevallen door woedende menigtes. "Het ziet ernaar uit dat de NSB'ers binnenkort zelf zullen vragen om voorlopig binnen de veilige prikkeldraadversperring van hun kampen te mogen blijven."

Het is maar de vraag of dat klopt. Hoe het er achter die prikkeldraadversperring aan toegaat kan weinig Nederlanders iets schelen. Opgeruimd staat netjes, denkt men over de 130 kampen waar moffenmeiden, fanatieke SS'ers, oorlogsprofiteurs, NSB-meelopers en SD-oorlogsmisdadigers door elkaar zitten. Verwaarloosd, vernederd, mishandeld.

Het Amsterdamsch Dagblad vindt de omstandigheden in het kamp aan de Levantkade best redelijk. "Een plaatijzeren loods ziet er nu eenmaal weinig aantrekkelijk uit, maar tenslotte behoeft een arrestantenkamp ook geen vakantiekolonie te zijn."

De 3000 gedetineerden, onder wie oud-burgemeester Voûte, moeten er leven van 400 gram brood en 3,5 liter soep in de week. Ze slapen er op stro, de sanitaire voorzieningen zijn er beperkt. Werk als stenen bikken, speelgoed maken of kleedjes haken doen ze graag, omdat het de eeuwige verveling verdrijft.

De verslaggevers die de kampen bezoeken benadrukken graag dat de rollen zijn omgedraaid. "Een jammerlijke troep", wordt de groep genoemd. "Van hun brutale, zelfbewuste houding is niets meer overgebleven. Van angst vertrokken gezichten waarop weinig menselijks te lezen valt ziet men overal in hun rijen."

'Dachau was erger'

In ieder artikel wordt ook weer aandacht besteed aan de hardnekkige geruchten dat gevangenen mishandeld worden in de kampen. Duitse methoden heeft men het zelfs over, maar de journalisten zien ze niet. "Streng doch rechtvaardig" wordt de omgang met de foute landgenoten genoemd.

Dat er alleen op de Levantkade de afgelopen drie maanden al 37 mensen zijn gestorven, wordt weggewuifd. "In Dachau was het erger."

"Natuurlijk, een aantal van hen zal zwaar moeten worden gestraft. De doodstraf is niet voor niets in het Bijzonder Strafwetboek opgenomen", legt hij uit. Maar, benadrukt hij, ook de rechtsstaat moet worden hersteld. "De waarborgen die in Nederland ook aan de grootste bandiet niet werden onthouden, zullen ook nu weer geleidelijk moeten worden gegeven aan iedere verdachte."