Witte bussen halen vrouwen op uit concentratiekamp Ravensbrück · publiek domein

Nederlandse vrouwen gered uit concentratiekamp Ravensbrück

Een Zweedse graaf heeft duizenden vrouwen gered uit concentratiekamp Ravensbrück, onder wie 200 uit Nederland. Witte bussen met op het dak een rood kruis brachten de veelal ernstig verzwakte vrouwen dwars door het frontgebied in Duitsland naar Zweden.

De vrouwen hadden geen idee wat er gebeurde toen ze werden geselecteerd in het kamp. "Ik probeerde mijn doodsangst niet te laten zien, maar ik beefde en had moeite met ademhalen", vertelt de 22-jarige Selma Velleman. "Zouden we op weg zijn naar de gaskamers? Was mijn geluk nu toch opgeraakt?"

De wonderbaarlijke vrijlating met het einde van de oorlog in zicht, is te danken aan de Zweedse graaf Folke Bernadotte, vicepresident van het Zweedse Rode Kruis. Hij onderhandelt sinds vorige maand met de SS-leider Heinrich Himmler over de vrijlating van duizenden gevangenen uit een aantal Duitse kampen. In deze concentratiekampen verslechtert de situatie nog verder nu de Duitsers de oorlog aan het verliezen zijn. De nazi's zijn nog wreder geworden.

Ook in Ravensbrück, waar de Russen soms al op gehoorafstand zijn, sterven nog veel gevangenen. Door ondervoeding, uitputting maar ook door executies. Die hölle der Frauen wordt het kamp genoemd, de hel van de vrouwen.

We wisten niet waar we naartoe gingen. Je liet het maar over je heen komen. We zijn vrij, we zien wel. Het voornaamste was dat we het kamp uit waren.

Gisela Söhnlein

De gevangenen hopen allemaal dat ze het einde van de oorlog halen. Ze hebben al zoveel ellende meegemaakt.

Zoals de 23-jarige Gisela Söhnlein uit Amsterdam. Aan het begin van de oorlog studeerde ze nog rechten en kwam ze in het verzet terecht. Ze werd opgepakt en afgevoerd. Gisela mocht mee met een van de eerste konvooien naar de vrijheid.

Voor het kamp zag ze voor het eerst de witte bussen. "We wisten niet waar we naartoe gingen. Je liet het maar over je heen komen. We zijn vrij, we zien wel. Het voornaamste was dat we het kamp uit waren."

In een van de bussen zette een groep Françaises de Marseillaise in. "Ik zal nooit vergeten hoe dat klonk", zegt Thea Boissevain (26). "Zo indrukwekkend."

Selma Velleman vertrok later in een vrachtwagen. "Ik kreeg een sigaret aangeboden van een Zweedse man. 'Nicht rauchen,' riep een van de Aufseherinnen (bewakers) uit een raam. Die Zweedse man zei: 'Zij heeft helemaal niets meer over je te vertellen.' Pas toen wist ik dat ik vrij was."

Aan de bomen zaten nieuwe groene blaadjes. Alles leek zo ongelooflijk mooi, we hadden immers lange tijd alleen het grijze vuil en de groezeligheid van het kamp gezien.

Selma Velleman

De tocht ging dwars door het frontgebied. De eerste nacht stopten ze in een bos. Ook al zitten ze midden in de oorlog, de natuur raakte de vrouwen. "Het was daar zo mooi met een prachtige maan. Het was geweldig. We hadden in geen maanden een grasspriet gezien. Overal anemonen", zegt Gisela.

Ook Selma herinnert zich de narcissen en krokussen goed. "Aan de bomen zaten nieuwe groene blaadjes. Alles leek zo ongelooflijk mooi, we hadden immers lange tijd alleen het grijze vuil en de groezeligheid van het kamp gezien. We konden ons geluk niet op."

Lang duurde het geluk niet. Ze werden beschoten. Niet door Duitsers maar door geallieerden die dachten dat ze een groep vluchtende Duitsers waren. Enkele vrouwen kwamen om het leven.

Via Noord-Duitsland reden ze naar Denemarken en verder naar Zweden. In bevrijd Denemarken werd het konvooi uitbundig begroet. Er wordt gezwaaid, gevlagd en eten uitgedeeld.

Evacuatie Ravensbruck door Zweeds Rode Kruis

Veel vrouwen werden er ziek van. Hun darmen konden niet tegen het vette eten. Ze hadden zolang met veel te weinig eten moeten doen.

"Ik moest kotsen", zegt Gisela. "Ik was doodziek want ik had veel te veel gegeten. Alles wat ik kreeg, at ik op.'"

Selma: "We waren net uitgehongerde dieren en konden niet stoppen met eten. We waren dankbaar voor het vriendelijke onthaal. Het was zo lang geleden dat iemand lief voor ons was geweest."

Eenmaal in Zweden werden de vrouwen ontluisd en medisch onderzocht. "Ik was broodmager. Ik woog niet zoveel: 90 pond. Alles wat we aan hadden is weggegooid vanwege de luizen. Het was wel fijn om weer schoon te zijn", zegt Thea.

De vrouwen zullen in Zweden verder aansterken en hopen zo snel mogelijk terug te keren naar Nederland. Ze maken zich wel grote zorgen over de achterblijvers in Ravensbrück. Die vrouwen zitten nog altijd in de hel van het concentratiekamp.