De afbraak van Café 'De Wildeman' in verband met de brandstoffennood · NIOD

Boomloos en smerig: 'Amsterdam een ruïne'

"Vergeleken bij de eens zo fleurige stad, waar je van de grond kon eten, is Amsterdam een ruïne geworden, boomloos en smerig", zegt inwoonster Maria Takkenberg.

Bomen worden massaal gekapt om als brandstof te dienen, rioleringen zijn verstopt en er vormen zich bergen afval op de wegen. Het straatbeeld van onze hoofdstad wordt alsmaar slechter.

"De Wandelweg is een hele dooie weg zonder bomen. Alles is gesloopt of gerooid. De vroeger zo rustieke weg is gewoon niet te herkennen! En zo is het overal in de stad", vertelt Takkenberg.

Van de 34.000 bomen in Amsterdam, zijn er nog slechts 14.000 over. Het Vondelpark is enige tijd geleden al gesloten vanwege de grootschalige houtroof, maar hierdoor is het probleem enkel verplaatst.

Plantsoenen, banken, parken, straten en huizen: niets is meer veilig voor de plunderaars. "Onbewoonde huizen worden afgebroken door brandstofloze houtliefhebbers en hier en daar worden de houten bestratingen tussen de tramrails ook weggestolen."

De gaten in het plaveisel, ontstaan door het stelen van hout, zijn intussen niet meer te stoppen. "Het publiek breekt meer af dan de afdeling bestrating kan herstellen", meldt De Telegraaf.

"Men stopt de gaten met allerlei materiaal. En om aan die bestratingsmaterialen te komen moeten helaas weer elders minder drukke verkeersstraten worden opgebroken. Zo ontstaan er nog meer zandstraten."

De brandstofschaarste die de houtdieven motiveert, raakt ook de Stadsreiniging. Er is niet genoeg brandstof om de machines van de reiniging goed te laten functioneren.

Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat de riolen niet meer schoongespoeld worden en verstopt raken. "Er wordt niets aan gedaan en voortdurend stroomt een niet nader te kwalificeren bruine stroom uit de putjes over de straten", vertelt Takkenberg.

"Het is een onbeschrijfelijke stank en smeerboel. Benedenburen uit het huis dreigden de waterleiding af te sluiten als we nog de wc doortrokken. Bij hen loopt het huis langzamerhand onder."

De rotzooi op straat is werkelijk hartverscheurend.

Maria Takkenberg

Ook het huisvuil wordt nauwelijks meer opgehaald. Er zijn wel noodstortplaatsen, maar nu het wat warmer wordt verspreiden deze kwalijk riekende geuren.

"Het is plotseling zo warm geworden dat het wel juni lijkt. De straat stinkt hierdoor weer onverdraaglijk." Gelukkig woont Takkenberg hoog en droog in een flatje, waar het "tamelijk stank-vrij" is, vertelt ze.

"We zakken met de dag dieper in het moeras. De rotzooi op straat is werkelijk hartverscheurend."