Schets van het nieuwe kabinet · NIOD/Beeldbank WO2

Nieuw kabinet-Gerbrandy heeft houdbaarheidsdatum

Nederland heeft een nieuwe regering. Ondanks de kabinetscrisis waar premier Gerbrandy vorige maand mee te maken kreeg, is het hem voor de derde keer gelukt een ministerraad in ballingschap te vormen.

Het kabinet-Gerbrandy II struikelde over een omstreden toespraak van minister Burger, die in de ogen van de premier te vergoelijkend over collaboratie sprak. Toen de andere sociaaldemocratische ministers opstapten uit onvrede over de behandeling van Burger, bood Gerbrandy het ontslag aan van het hele kabinet.

Wilhelmina vroeg de Fries daarop een nieuwe ministersploeg samen te stellen.

Oorlog en wederopbouw

De belangrijkste taken van het nieuwe kabinet zijn de oorlog tegen Duitsland en Japan en het begin van de wederopbouw in ons land. Koningin Wilhelmina zou daarnaast ook graag zien dat het kabinet werkt aan bestuurlijke vernieuwing, om de invloed van de partijpolitiek na de oorlog te verkleinen.

Op die wens is Gerbrandy niet concreet ingegaan. Hij is tegen verregaande hervormingen, zeker nu nog niet heel Nederland erover kan meebeslissen. Hij heeft juist beloofd snel na de bevrijding af te treden, om een noodparlement de kans te geven een eigen regering te laten vormen.

In een toespraak na de benoeming van het kabinet beaamt Wilhelmina dat Gerbrandy balans moet vinden. "Bij de vervulling van zijn zware taak zal het kabinet zich zorgvuldig moeten onthouden vooruit te lopen op beslissingen waarvan ons volk als geheel gekend zal moeten worden."

Zeepbel

In de gelijkgeschakelde pers in bezet Nederland wordt smalend geschreven over het nieuwe kabinet. De Telegraaf schrijft dat er "met veel moeite een nieuw marionetten-kabinet" is samengesteld, dat "de vuile was welke zich in vier jaren te Londen opgestapeld heeft" moet verwerken.

Het Drents Dagblad zegt dat Gerbrandy Nederlanders "bitter teleurgesteld" heeft door onterecht "een hele vloot met lekkers" te beloven voor bevrijd Nederland. "Nog voor men een greintje van al de snoeverij heeft kunnen verwerkelijken, is het ministerie als een kaartenhuis ineen gevallen."

"Alle schone voorspiegelingen van Gerbrandy en zijn propagandisten spatten als een zeepbel uiteen."

'Frisse figuren'

Omdat vanwege de oorlog geen verkiezingen mogelijk zijn, streefde Gerbrandy ernaar om in zijn nieuwe kabinet zoveel mogelijke stromingen uit het verzuilde Nederland op te nemen. Hijzelf is van ARP-huize, maar er zijn ook liberalen en katholieke politici opgenomen.

Het is Gerbrandy niet gelukt nieuwe sociaaldemocraten te vinden. Daar kan nog verandering in komen: drie bewindslieden zijn minister ad interim op andere departementen (Oorlog, Waterstaat en Justitie). "Bij de verdere bezetting van de ministerposten zal ernaar worden gestreefd de basis nog te verbreden", laat een woordvoerder weten.

In het nieuwe kabinet zitten vijf ministers uit de voorgaande regering, onder wie drie die al de hele oorlog in Londen dienen. Daarnaast zijn er vijf personen uit bevrijd Nederland opgenomen, een expliciete wens van koningin Wilhelmina om "frisse figuren" te kiezen.

Opvallend is dat er onder de nieuwkomers veel katholieke bewindslieden zijn. Dat komt doordat dat geloof oververtegenwoordigd is in de drie bevrijde provincies.

Overzeese gebiedsdelen

Minister Mook van Koloniën keert niet terug in het kabinet, hij heeft definitief gekozen voor de andere functie die hij vervulde, plaatsvervangend gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Met zijn vertrek uit Londen komt er een eind aan de ongemakkelijke situatie dat hij als minister voor zijn eigen handelen als koloniaal bestuurder verantwoordelijk was.

Het is niet de enige wijziging op het departement van Mook: voortaan is er geen minister van Koloniën meer, maar een van Overzeese gebiedsdelen. Die naamsverandering past in de veranderende status die de Oost en de West na de oorlog zullen krijgen.