Hanna van de Voort met ondergedoken baby · Mien van de Voort - Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Kinderrazzia in Limburg: 'Ik kom niet meer terug'

De Duitse bezetter heeft vannacht het Noord-Limburgse Tienray uitgekamd op ondergedoken Joodse kinderen. Minstens vijf kinderen en hun helpers zijn opgepakt.

Een van de arrestanten is kraamverpleegster Hanna van de Voort, die ervan wordt verdacht tientallen zo niet honderden Joodse kinderen aan Limburgse onderduikadressen te hebben geholpen. Ze is - in opdracht van de Sicherheitspolizei - naar Eindhoven gebracht, waar ze wordt verhoord.

De razzia werd gehouden na een anonieme tip. De Duitsers werd verteld dat Van de Voort 'secretaresse' is van een organisatie die Joodse kinderen helpt onderduiken. Ook zou de organisatie pleegouders een vergoeding van 125 gulden per maand per kind geven.

'Beestachtig'

Na de tip begon een onderzoek. Gisteren kwam luitenant Van Est, die de kinderrazzia leidde, op de motor persoonlijk nog een kijkje nemen in Tienray, waarbij extra informatie ingewonnen is.

Van Est behoort tot de Bijzondere Dienst der Staatspolitie uit Eindhoven, de organisatie die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de razzia. Hij en zijn collega's gedroegen zich hierbij brutaal, zelfs beestachtig, zeggen ooggetuigen.

Zo ook bij de familie Van Geffen, waar een Joods meisje genaamd Floortje is aangetroffen. "We moesten allemaal opstaan uit bed en vader moest het kind aanwijzen dat niet van hem was", begint 'zusje' Gonnie van Geffen haar verhaal over de gebeurtenissen van vannacht.

Trouwboekje

Jan van Geffen, de vader van het gezin die ook is gearresteerd, gaf niet gelijk toe. Hij moest vervolgens het trouwboekje erbij pakken. Hier stond Floortje niet in, dus werd ze meegenomen. "Ze kreeg van ons nog een rozenkrans in haar handen geduwd, waarop een Nederlandse diender haar lachend zei dat ze die niet meer nodig zou hebben."

Maria van Geffen, het andere zusje, moest Floortje aankleden. "Na een dikke knuffel zei Floortje tegen mij: ik kom niet meer terug."

Het is nu afwachten wat er gaat gebeuren met de Joodse kinderen en hun helpers. Na verhoor wordt dit bepaald.