Word je rijk van een gouden medaille?

Ze stellen hun hele leven in dienst van een kans op eremetaal. Maar levert een medaille ook nog wat geld op voor de atleten in Rio? Dat blijkt nogal te verschillen per land.

Voor de Nederlandse atleet is het geen vetpot. Het prijzengeld voor een individuele medaille is in vergelijking met andere landen niet hoog. De precieze bedragen die NOC*NSF uitdeelt, zijn vastgelegd in de Overeenkomst Topsporter, een contract dat alle atleten die in Rio voor Nederland uitkomen hebben ondertekend.

Bij de individuele prestaties is het prijzengeld eenvoudig verdeeld. De gouden plak van Sharon van Rouwendaal is goed voor 25.500 euro. Met zilver verdien je 19.125 euro en brons is 12.750 euro waard.

Eerlijk delen

Voor teamprestaties is de toekenning lager en iets ingewikkelder, anders zou het prijzengeld voor bijvoorbeeld de hockeymedailles gigantisch oplopen. Ieder teamlid dat een medaille ontvangt, heeft recht op een vergoeding volgens een speciale verdeelsleutel. Het uiteindelijke bedrag is gelijk aan de vergoeding voor individuele prestaties, maal de wortel van het aantal teamleden, en dat dan weer gedeeld door het aantal teamleden.

Dat zou betekenen dat als alle gekwalificeerden van het Nederlandse mannen- of vrouwenhockeyteam een gouden plak pakken, ze 6375 euro per persoon ontvangen. Omdat dit toch wat karig zou zijn, heeft het NOC*NSF een minimum ingesteld van 9350 euro voor de winnaars.

Maaike Head en Ilse Paulis, die afgelopen vrijdag met zijn tweeën naar goud roeiden, krijgen daarvoor elk 18.031,22 euro.

En wat als je zoals wielrenster Anna van der Breggen twee medailles wint? Dan mag je het prijzengeld helaas niet simpelweg optellen. Voor het hoogste resultaat, goud in dit geval, krijgt Van der Breggen het volledige bedrag. Daar bovenop ontvangt ze twee derde van de vergoeding voor het brons.

Uiterlijk 1 november hebben alle atleten het prijzengeld op hun rekening staan. Dat wil niet zeggen dat ze het allemaal mogen houden. Het prijzengeld is niet vrijgesteld van belasting. De sporters moeten er zelf voor zorgen dat ze het netjes bij de fiscus aangeven.

Tonnen voor goud in Singapore

In vergelijking met andere landen is Nederland niet royaal met de beloningen. Quartz zette het internationale prijzengeld op een rij.

In Singapore is een gouden medaille bijvoorbeeld 1 miljoen Singapore-dollar waard, zo'n 670.000 euro. Tot vorige week was geen enkele atleet er echter in geslaagd om er een te winnen. De 21-jarige zwemmer Joseph Schooling bracht daar verandering in toen hij zaterdag op de 100 meter vlinderslag grootheid Michael Phelps versloeg en dus in een klap rijk werd.

De Fransen delen 50.000 euro uit voor een eerste plek. Duitsland blijft in de buurt van Nederland en geeft er 20.000 euro voor.

Bonus: geen dienstplicht

De Russen belonen een gouden plak normaal gesproken met 61.000 dollar, maar verdubbelden dat bij de vorige Spelen. Dat kostte de bond toen in totaal 6,7 miljoen dollar. Topscorer Verenigde Staten schenkt een kwart ton per medaille en was vorig jaar bij elkaar 3,7 miljoen dollar kwijt. En Zuid-Korea biedt een interessante bonus: naast een vergoeding van 54.000 dollar zijn medaillewinnaars daar uitgesloten van de dienstplicht.

In Groot-Brittannië, Noorwegen en Zweden doe je alleen mee voor de eer. Daar krijgen atleten helemaal niets.