Balende teamsprinters zoeken vergeefs naar verklaring

Als vice-wereldkampioen zesde worden op de Spelen, dan doe je het niet goed. En dus zijn de druiven zuur voor de Nederlandse teamsprinters Theo Bos, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Nils van 't Hoenderdaal. Er zijn veel vragen, maar die blijven voorlopig onbeantwoord.

"We zouden hier onze beste prestatie moeten leveren, maar dat hebben we niet gedaan. Dat is pijnlijk, helemaal als je ziet dat de rest van de landen het wel lukt", vertelt Jeffrey Hoogland na de nederlaag in de tussenronde tegen Australië.

Grootste kans op medaille

Een verklaring voor de matige prestatie hebben de renners niet. "Het was niet hard genoeg", weet Theo Bos. "Als je allemaal twee tienden harder rijdt, dan kom je in de buurt van het podium, maar niet in de buurt van goud. Jammer, want dit was de grootste kans voor een medaille."

Ook Nils van 't Hoenderdaal snapt er weinig van. "Ik heb het gevoel gehad dat ik hier goed aan de start stond en dat ik goed op weg was. Ik voel me beter dan ik me ooit heb gevoeld, alles in de trainingen wees erop dat we er klaar voor waren. Dit is vreselijk balen."

In de kwalificatie maakte Oranje al geen goede indruk en dat beeld werd nog eens bevestigd in de tussenronde tegen Australië. De Nederlandse ploeg wijzigde van samenstelling en tactiek. Van 't Hoenderdaal kwam erin voor Büchli en Bos werd de slotsprinter. Dat resulteerde in een iets snellere tijd (0,136), maar verre van snel genoeg.

Bondscoach René Wolff benadrukt vooral dat het pas de eerste dag is van het olympisch toernooi. "Dit is natuurlijk een teleurstellend begin, maar we moeten het accepteren zoals het is. We gaan het vanavond analyseren, maar we hebben nog vijf dagen competitie te gaan. We moeten dus wel vooruitkijken."