Bij zwemploeg staan 'vuurwerk-dingetjes in de wacht'
Het olympische zwemtoernooi verloopt voor Nederland tot nog toe zeer teleurstellend. Persoonlijke records worden niet benaderd, finales gemist en in de enige finale die Oranje wel haalde, belandden de estafettevrouwen naast het podium.
Wat is er aan de hand met onze zwemmers in Rio? Volgens Martin Truijens, een van de coaches binnen de Nederlandse ploeg, is er nog geen reden tot wanhoop. "Er staan nog wat vuurwerk-dingetjes in de wacht."
"Als je kijkt naar Londen, staan we maar een medaille achter", gaat hij verder. In Londen wonnen de estafettedames zilver. "Dat is het verschil. Die medaille hadden we graag gehad en daar mag je heel hard van balen. Zoveel kansen hebben we niet."
De Nederlandse zwemploeg was als een van de laatste in Rio. Zou dat een verklaring kunnen zijn voor de vormdip? Of heeft het plotselinge vertrek van technisch directeur Joop Alberda een maand voor de Spelen de Nederlandse zwemploeg uit het evenwicht gebracht?
"Dat mogen geen excuses zijn. En vormdip? Dat is veel te vroeg", vindt Truijens. "Het toernooi is pas net begonnen. Er zijn mensen die onvoldoende presteren, maar daarom moeten we niet het koppie laten hangen. We gaan hier alles uit de kast halen."
Vuurwerk
De 'vuurwerk-dingetjes' waar Truijens het over had verwacht hij op de 50 en 100 meter vrije slag (Ranomi Kromowidjojo en Sebastiaan Verschuren) en de 4x200 meter vrije slag bij de dames.
