Wimbledon-finale ook op Spelen
De olympische tennisfinale krijgt met Roger Federer en Andy Murray dezelfde bezetting als de finale van Wimbledon enkele weken geleden. Federer klopte de Schot eind juni in Londen en pakte er zijn zeventiende grand slam-titel.
De als eerste geplaatste Zwitser rekende in een thriller met nummer acht Juan Martin del Potro af: 3-6, 7-6 (5), 19-17.
Del Potro was in de tweede set tweemaal twee punten van de zege verwijderd. De Argentijn kreeg in de beslissende set de eerste breekkansen, maar verzilverde beide niet. In game tien brak hij op love Federer, die voor de winst opsloeg.
In het vervolg kreeg de Argentijn geen enkel breekpunt meer, terwijl Federer er voldoende verkwistte. In de 35ste game wist hij Del Potro eindelijk te breken, waarna Federer de klus klaarde.
De als derde geplaatste Brit Murray hield Novak Djokovic (nummer twee) uit de finale: 7-5, 7-5.
In een spannend gevecht deden Murray en Djokovic nauwelijks iets voor elkaar onder. Beiden kregen vier breakpoints; de Schot verzilverde er twee, de Serviër geen enkele.