Wiggins schenkt Britten goud

De Brit Bradley Wiggins heeft in de olympische tijdrit zijn favorietenrol waargemaakt. Wiggins veroverde de gouden medaille door in de 44 kilometer lange race tegen de klok de concurrentie op grote achterstand te rijden. De Duitser Tony Martin werd tweede op 0.42 en Wiggins' landgenoot Chris Froome derde op 1.08.

Het podium tekende zich al af na 18,4 kilometer, bij het tweede meetpunt. Wiggins lag al elf tellen voor op Martin en 23 op Froome. Na dertig kilometer over een vlak parkoers was dat 22 respectievelijk 41 seconden.

Titelhouder Fabian Cancellara ondervond nog hinder van zijn val in de wegrace en werd zevende. Lieuwe Westra eindigde als elfde en Lars Boom als 22ste.

Vierde gouden medaille Wiggins

De Spanjaard Luis León Sánchez, knap derde in de laatste tijdrit in de Tour, had al materiaalpech bij de start. Hij brak zijn ketting op het startpodium en was prompt kansloos voor de medailles.

Wiggins had al drie gouden olympische medailles op zak. De Tour-winnaar pakte in 2004 al de titel op de individuele achtervolging op de baan. Dat deed hij in 2008 opnieuw. Ook veroverde hij toen goud op de ploegenachtervolging. "Vier stuks, man ik ga dronken worden. Dat heb ik gewoon verdiend", zei Wiggins.

Westra zei na afloop vooral verbaasd te zijn: "Elfde. Ik dacht dat ik echt heel hard reed. Best een bizar idee dat tien anderen nog harder kunnen fietsen."