Boerderij zoekt (jonge) boer

Jonge boeren, waar zijn ze? Bijna niet in Nederland. Terwijl hier alle kansen zijn: de Nederlandse agrarische sector heeft een goed jaar achter de rug. Het is ook de enige commerciële sector die is gegroeid sinds in 2009 de crisis uitbrak. Dat blijkt uit onderzoek van de ING.

Je zou dus zeggen: als je zekerheid wil, moet je boer worden. Maar er zijn maar weinig jongeren die daarvoor voelen. Slechts 4 procent van alle boeren in Nederland is jonger dan 35 jaar. In heel Europa zijn trouwens nog maar weinig jonge boeren te vinden.

Boerenzoon

Het probleem: het is te duur. De investering is hoog en de opbrengsten zijn in het begin erg laag. "Als je niet een boerenzoon bent, is het vrijwel onmogelijk om boer te worden", zegt John Hilhorst, voorzitter van een belangenvereniging van agrarische jongeren. "Je moet enorm veel geld investeren en in het begin levert het weinig op. Daardoor komt het bijna niet voor dat jonge boeren zelf bedrijven starten."

Steuntje in de rug

Dus heeft de Europese Commissie elk land verplicht om vanaf 2015 jonge boeren 5 jaar lang financieel te helpen. Voor Nederland betekent dit dat er jaarlijks 15 tot 16 miljoen euro beschikbaar komt voor de jonge ondernemers.

Want hoeveel kost dat nou, boer worden? Als beginner - en niet-boerenzoon - moet je zelf zo'n 20 procent voor een boerderij aandragen, 4 à 5 ton. "Je wordt er niet rijk van, je kan net rondkomen. Pas als je het bedrijf van de hand doet, kan je jezelf welvarend noemen", aldus Hilhorst.