The Day We Fight Back tegen geheime diensten

Morgen is 'The Day We Fight Back', een dag waarop we met z'n allen in opstand zouden moeten komen tegen de spionerende geheime diensten. Over de hele wereld zijn er demonstraties en cryptoparties (waar je informatie leert versleutelen), een overzicht daarvan vind je hier. Maar in Nederland blijft het opmerkelijk stil.

Bits of Freedom organiseert The Day We Fight Back in Nederland, maar heeft besloten om alleen "de boodschap uit te dragen". "We hebben de mankracht en tijd niet om cryptoparties op te zetten, zoals in de Verenigde Staten", vertelt Tim Toornvliet van Bits of Freedom. "En wij zijn ook niet de organisatie om met spandoeken de straat op te gaan." Bits of Freedom wil morgen vooral aandacht vragen voor hun campagne Bespied Ons Niet.

Aaron Swartz

The Day We Fight Back is ook ter ere van internetactivist Aaron Swartz, die op 11 januari 2013 zelfmoord pleegde. Hij was een groot voorstander van een open internet en handelde daar ook naar. Zo zette hij veel wetenschappelijke artikelen van de digitale bibliotheek JSTOR online. Daarmee riskeerde hij een celstraf van 35 jaar en een boete van 1 miljoen dollar.

Ook Plasterk en Hennis Fight Back

Uitgerekend op 'The Day We Fight Back' zullen ministers Plasterk en Hennis-Plasschaert moeilijke uren in de Tweede Kamer meemaken. Zij bleken de Tweede Kamer pas na 2,5 maand de juiste informatie te hebben gegeven over het tappen van communicatiegegevens.

Vooral minister Plasterk ligt onder vuur. Hij beweerde eerst dat informatie over 1,8 miljoen telefoongesprekken door de Amerikaanse geheime dienst NSA waren verzameld, maar vorige week bleek dat Nederland zelf de metadata had verzameld.

Vandaag gaven Plasterk en Hennis-Plasschaert de Kamer meer uitleg in een brief, maar die nam daar niet echt genoegen mee. "Dit is geen goed verhaal. Het zijn flutantwoorden", aldus SP-er Ronald van Raak. Ook GroenLinks-fractievoorziter Bram van Ojik vindt de uitleg onvoldoende.