NOS NieuwsAangepast

Tunesië heeft geen idee waar Ben Ali's geld is

De opstand in Tunesië zette begin 2011 de toon voor de golf van revoluties die we nu kennen als de Arabische lente. Nu, een jaar later, is er een nieuwe regering in Tunesië, maar nog steeds zijn ze op zoek naar het geld van de verdreven dictator, Ben Ali. In totaal wordt er zo'n 17 miljard dollar in het buitenland gezocht.

De NGO Tunisian Association for Financial Transparency (ATTF), denkt dat het geld onder andere in Qatar, de Kaaimaneilanden (deel van het Britse Koninkrijk) en de Verenigde Arabische Emiraten op banken staat, maar dat moet nog onderzocht worden. De organisatie merkt dat die landen niet van harte meewerken aan het onderzoek.

Respect

"We zijn niet blij dat banken en landen niet zitten te wachten op ons onderzoek", zegt Sami Remadi, de voorzitter van het ATTF: "Het gaat niet alleen om het verdwenen geld, maar ook respect naar het huidige Tunesië toe. Er is in 23 jaar een groot gedeelte van óns geld gestolen."

Remadi denkt ook dat Ben Ali en zijn consorten door Europese bedrijven en experts goed geadviseerd zijn over hoe ze het geld moesten verbergen.

Kosten

Het grootste probleem voor het ATTF is dat het duur is om mensen in te huren die de internationale procedures kennen en het geld terug kunnen krijgen. De kosten kunnen oplopen tot 300 dollar per uur per persoon en het financieel onderzoek kan maanden duren.

Daarnaast is het nog gissen hoeveel geld precies bij welke bank staat. De Zwitsers en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank hebben al gratis hulp aangeboden, maar de overheid wil alle opties openhouden.

Door: Elke

    Deel artikel:

    Advertentie via Ster.nl