NOS NieuwsAangepast

Aantal thuiswerkers stijgt nauwelijks

Het nieuwe werken, thuiswerken. Aan de aandacht ervoor ligt het waarschijnlijk niet, maar toch lijkt er weinig groei in te zitten. Het percentage werknemers dat minstens 1 uur per week thuiswerkt blijft steken rond de 25 procent. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Vorig jaar lag het percentage thuiswerkers iets boven de 27 procent. In 2005 was dat ruim 25 procent, dus de stijging is niet heel groot. Gemiddeld zit een thuiswerker wekelijks 6,2 uur thuis achter zijn bureau, in plaats van op zijn werk. Dit was in 2005 5,5 uur.

Onderwijs

Thuiswerken is vooral populair in het onderwijs. Bijna tweederde van de werknemers op scholen en universiteiten werkt thuis. Daarna volgen mensen uit de financiële dienstverlening, daarvan werkt iets meer dan 40 procent thuis. Boeren, bouwvakkers en horecapersoneel werken het minste thuis. Waarschijnlijk, omdat hun werkzaamheden vaak niet thuis uit te voeren zijn.

Over het algemeen zie je dat thuiswerken vooral onder hoogopgeleiden voorkomt. Om precies te zijn werkt de helft van die groep minstens een uur per week thuis. De man-vrouw verdeling is niet helemaal eerlijk, want meer mannen werken thuis dan vrouwen. Ook blijkt dat bij de jongeren onder de 25 slechts 10 procent thuiswerkt.

Door: Elger

    Deel artikel:

    Advertentie via Ster.nl