Dat de Tour afzien is, kun je op tv goed zien aan gezichten van renners. Maar door die sokken en broekjes zie je het niet aan de lichaamsdelen die het zware werk leveren: de benen.
Kijk nu eens hieronder, naar de benen die Bora-Hansgrohe-rijder Pawel Poljánski na de zestiende etappe op Instagram zette:
Wielerjournalist Thijs Zonneveld legt uit wat we hier zien. "Het komt doordat er heel weinig vet aan Poljánski's lichaam zit en hij amper nog vocht vasthoudt door de inspanning in de warme Tour. Daardoor zetten je aderen op, komen ze wat meer naar de oppervlakte en dan krijg je dit."
"Deze foto is wel extreem, maar ik moet ook wel zeggen dat het een beetje een statussymbool is in het wielrennen. Aan de start van een ronde 'monsteren' renners elkaars benen. Dat wordt als 'mooi' gezien in het peloton. Dat je heel erg met je vak bezig bent geweest."
Zonneveld: "Als je een tijd wat inactiever bent geweest, wordt in het peloton gezegd dat je wat fluffy bent. Grote onzin natuurlijk, als je ziet hoe afgetraind ze ook dan nog zijn, maar zo wordt erover gesproken."
Zeker voor klimmers is het belangrijk dat ze zo min mogelijk wegen, zegt Zonneveld. "Want hoe snel je klimt is afhankelijk van dat gewicht en je vermogen. Qua vermogen zitten ze vaak al aan hun taks, nu het bloedpaspoort bestaat, dus schrapen ze zoveel mogelijk weg aan de gewichtkant."
Zeker nu het bloedpaspoort bestaat, schrapen renners zo veel mogelijk van hun gewicht af.
"Dat gaat in de Tour, de belangrijkste wedstrijd van het jaar, echt heel ver. Er zitten echt heel magere, haast anorexia-figuren bij in de Tour. Voor het AD schreef ik een keer over die ontzettende drang om zo min mogelijk te wegen."