Bijna 40 procent van de Leidse promovendi loopt risico op ernstige mentale problemen, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. De helft van deze groep denkt er zelfs regelmatig over na om te stoppen met promoveren.
Promovendi voelen zich bijvoorbeeld ongelukkig of depressief, hebben een slaaptekort of concentratieproblemen. De onderzoekers denken dat een van de oorzaken is dat promovendi niet weten waar ze aan toe zijn. Vooral jonge en buitenlandse promovendi ervaren deze problemen.
Soms is het niet duidelijk door welke hoepel je moet springen.
Zo is het niet altijd duidelijk hoeveel artikelen je gepubliceerd moet hebben om te kunnen promoveren, of in wat voor wetenschappelijke tijdschriften. En dat zorgt voor druk. Veel druk.
"Soms is het niet duidelijk door welke hoepel je moet springen", zegt Ingeborg Meijer, een van de onderzoekers. "Uit de gesprekken komt vooral dat ze heel graag willen promoveren, er echt voor willen gaan. Tegelijkertijd hebben ze het gevoel in het diepe te liggen en dat creëert bij een aantal promovendi een vervelend soort druk."
Uit het onderzoek blijkt dan ook dat de risicogroep niet tevreden is met de begeleiding die ze krijgen. "Doordat de kansen op een carrière in de wetenschap niet groot zijn, is de druk om wel 'die ene' te zijn nog groter", zegt Meijer.
Vorig jaar trok een onderzoek in Amsterdam al eenzelfde soort conclusie als het onderzoek in Leiden. Ook uit een groot onderzoek naar de psychische gezondheid van Vlaamse promovendi bleek dat een derde van hen met problemen kampt.
"Het Leidse onderzoek bevestigt hoe ernstig het is", zegt Rolf van Wegberg, voorzitter van het Promovendi Netwerk. "Er mag sprake zijn van werk of publicatiedruk, maar het pakket aan factoren dat nu samenkomt is ziekmakend. Als blijkt dat een grote groep twijfelt of ze door willen gaan, is dat niet alleen weggegooid geld, maar ook eeuwig zonde. Het gaat om mensen met hun droombaan, en zij zijn nu geknakt."
De signalen zijn er, maar we vinden wel dat er een breder onderzoek moet komen, het liefst met andere universiteiten.
"We vinden het een belangrijk onderzoek en willen er open over zijn", zegt woordvoerder Caroline van Overbeeke van de Universiteit Leiden in een reactie. "Maar dit onderzoek is wel een beperkte steekproef. De signalen zijn er, maar we vinden wel dat er een breder onderzoek moet komen, het liefst met andere universiteiten." Tot nu toe zijn er geen plannen voor zo'n onderzoek.
Minister Bussemaker en de VSNU willen geen landelijke aanpak, maar vinden dat universiteiten zelf individueel die problemen moeten oplossen. In de cao is afgesproken dat universiteiten een plan moeten opstellen om de werkdruk te verlichten.
De Universiteit Leiden zegt intussen al bezig te zijn met allerlei maatregelen om meer duidelijkheid voor promovendi te scheppen. "Vroeger ging iemand gewoon aan de slag, maar nu willen we dat promovendi binnen drie maanden een strikt plan opstellen", zegt Van Overbeeke. "Daarnaast krijgen ze een jaarlijks gesprek met een onafhankelijk persoon en komt er een speciale psycholoog voor PhD'ers."