Dyslexie ligt niet aan de kinderen, maar aan het slechte onderwijs. Dat zeggen drie hoogleraren vanochtend in het AD. Er wordt te weinig geoefend om het probleem te verhelpen en kinderen worden te snel gediagnosticeerd, volgens hen. Met de kinderen zelf zou niet veel aan de hand zijn.
Toen het nieuws vanochtend op 3FM werd gebracht, stroomde de app direct vol met verontwaardigde reacties.
In de ochtenduitzending praatte Domien verder met hoogleraar Kees Vernooy. Hij geeft aan dat veel kinderen problemen hebben met lezen, maar niet dyslectisch zijn. Vooral bijscholing wordt vaak vergeten, meent Vernooy.
"De hoogleraar is ontzettend ongenuanceerd", vertelt Wouter Jolink (27) gefrustreerd. "Hij ontkent het bestaan van dyslexie en noemt dyslectische mensen eigenlijk gewoon lui. Ik herken me daar helemaal niet in, want ik heb altijd heel hard gewerkt."
Ik kan het dan gewoon niet uitstaan dat die hoogleraar zegt: dyslectici, doen jullie maar even extra je best.
Wouter was zes jaar toen hij de diagnose dyslexie kreeg. Zijn ouders kozen heel bewust voor een middelbare school waar veel extra ondersteuning voor dyslexie was. "Ik heb op school veel trainingen gehad, samen met mijn tweelingzus die ook dyslectisch is. We kregen veel persoonlijke begeleiding en moesten bijvoorbeeld regelmatig meelezen met een bandje. Ik kan het dan gewoon niet uitstaan dat die hoogleraar zegt: dyslectici, doen jullie maar even extra je best."
Na de middelbare school moest Wouter het zelf doen. "Ik heb uiteindelijk een master Biologie afgemaakt en heb nu mijn eigen bedrijfje. Met dyslexie moet je misschien harder werken om mee te komen in de maatschappij, maar ook dan kun je er komen. Veel lezen bijvoorbeeld, dat helpt."
"Ik haalde altijd onvoldoendes voor spelling terwijl ik wel gewoon mijn best deed", vertelt Marien Almekinders (29), "maar het lukte gewoon niet". Hij zat in groep zeven toen er na enkele testen bij hem dyslexie werd geconstateerd.
Vroeger heeft hij veel cursussen en bijlessen gehad, maar veel heeft het niet geholpen. "Als ik nu weer toetsen zou maken, haal ik ze nog niet." Inmiddels heeft hij vrede gesloten met zijn dyslexie. "Ik kan er wel heel boos om gaan worden, maar ja, dat werkt ook niet echt. Het zijn vaker ook de mensen om mij heen die er last van hebben."
Ik voel mij niet echt lullig als ik die taalfouten maak. Ik weet het van mijzelf, en de mensen om mij heen weten het ook.
Ergens begrijpt Marien de hoogleraren die zeggen dat dyslexie komt door slecht onderwijs wel. Maar er zit nog een andere kant aan volgens hem. "De Nederlandse taal zit grammaticaal gezien heel lastig in elkaar. Dat maakt het voor sommige mensen moeilijk om alle regeltjes te begrijpen."
Hij stelt dan ook iets anders voor. "Misschien moeten we de Nederlandse taal iets veranderen waardoor het makkelijker wordt." Want volgens Marien ligt het aantal dyslectici in landen met makkelijke talen veel lager. "Je kan je dus afvragen of het aan de mensen ligt. Als je de taal wat makkelijker maakt, is een groot gedeelte opgelost."
Eline Nagel (20) begrijpt hoogleraar Kees Vernooy op zich wel, maar is het er niet helemaal mee eens. "Hij zal het ergens wel hebben aangetoond want er is tien jaar onderzoek naar gedaan. Maar ik geloof niet dat dyslexie niet bestaat, anders zou ik ook geen verschil ervaren met andere mensen."
Zonder mijn dyslexieverklaring had ik denk ik nooit mijn vmbo gehaald.
In de uitzending zegt de hoogleraar dat kinderen 'dyslexie' kunnen voorkomen door veel te oefenen. Maar daar zit juist het probleem. "Ik snap wel dat hoe vaker je oefent en er mee bezig bent, hoe makkelijker het gaat. Maar het zou voor mij nooit zo makkelijk worden als voor iemand die het niet heeft", zegt Eline.
Ze loopt nu stage als Pathologisch Analist bij het LUMC in Leiden en doet onderzoek naar verschillend weefsel op de afdeling Oogheelkunde. Maar als dyslexie niet had bestaan, dan was het maar de vraag of ze ooit zo ver gekomen was. "Zonder mijn dyslexieverklaring had ik denk ik nooit mijn vmbo gehaald."
Dankzij die verklaring heeft ze bijvoorbeeld toetsen op de computer mogen maken of kreeg ze extra tijd. "Dan kan ik de vraag nog een keer rustig opnieuw lezen en goed begrijpen. Zonder die extra tijd ga ik fouten maken. Niet omdat ik het antwoord niet weet, maar omdat ik te weinig tijd heb om de vraag goed te begrijpen."
"Op de basisschool heb ik veel problemen gehad met lezen", vertelt Suzanne Sinten (23). "In groep vier lukte lezen nog steeds niet. De juf noemde me lui en als straf moest ik na schooltijd altijd oefenen."
De uitspraak 'ga maar meer oefenen' vind ik echt onterecht.
In groep vier kreeg Suzanne haar dyslexieverklaring. "Ik heb veel bijlessen gekregen en uiteindelijk kon ik in groep zeven lezen. Vanaf dat moment ben ik zelf ook gaan oefenen. Op de middelbare school, en later ook op het mbo, ben ik veel boeken gaan lezen. Nooit heb ik gedacht: ik kan het niet, dus ik doe er maar niets aan."
De opmerkingen van de hoogleraren kwamen dan ook hard aan voor Suzanne. "De uitspraak 'ga maar meer oefenen' vind ik echt onterecht. Ik heb me echt suf geoefend, net zoals veel anderen met zware dyslexie. Die hoogleraar beseft gewoon niet wat dyslectische mensen allemaal al doen."