Het Nederlandse inburgeringsbeleid ligt onder vuur in een rapport van de Algemene Rekenkamer. Steeds minder mensen halen hun inburgeringsexamen, de procedure is duur en deelnemers krijgen maar weinig begeleiding.
In Nederland is inburgeren verplicht voor iedereen die van buiten de EU langdurig hier komt wonen. Het examen bestaat uit drie onderdelen: spreekvaardigheid, leesvaardigheid en kennis over de Nederlandse samenleving. Nieuwkomers hebben drie jaar de tijd om het inburgeringsexamen te halen en moeten de lessen en de toets zelf regelen.
Maar hoe zit 't met inburgeren in andere landen? Een overzicht.
Het inburgeringsbeleid bij onze zuiderburen lijkt erg op dat van ons. Het inburgeringstraject bestaat uit een cursus maatschappelijk oriëntatie, lessen Nederlands en begeleiding naar werk, studie en vrije tijd. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en waar medische hulp te vinden is. De cursus duurt 60 uur en is tegenstelling tot bij ons gratis; hij wordt betaald door de overheid.
Het inburgeringsexamen wordt bovendien beter gemaakt: volgens de laatste cijfers haalde 88 procent van de migranten een voldoende.
Nieuwkomers in Duitsland zijn alleen verplicht om een inburgeringscursus te volgen wanneer ze een uitkering krijgen. Een certificaat van deze cursus is nodig wanneer je je verblijfsvergunning wilt verlengen. De cursus gaat vooral over het leren van de taal, maar ook is er een test over het leven in Duitsland. Die lijkt erg op onze inburgeringstest, maar dan met vragen over de Duitse staatsinrichting, geschiedenis en gebruiken.
Ook als je je wil laten naturaliseren, dus wanneer je echt de Duitse nationaliteit wil aannemen en ook een paspoort wil, moet je een test maken. Daarvoor moet je nog aan een waslijst aan andere voorwaarden voldoen: bijvoorbeeld in je eigen levensonderhoud kunnen voorzien en al minstens acht jaar in Duitsland wonen.
Voor niet-Europeanen is het in Frankrijk bij het krijgen van een permanente verblijfsvergunning verplicht een inburgeringscontract te ondertekenen. Daarin staat dat de nieuwkomer een gesprek krijgt waarin de taalkennis wordt getest. Aan de hand daarvan wordt bepaald of er nog een taalcursus moet volgen, maar vaak is dat niet zo. Daarnaast volgt twee keer een zes uur durende cursus over de cultuur en samenleving.
Dat is allemaal gratis voor de inburgeraar.
Hier moet je twee toetsen halen: eentje waarin je getest wordt op je kennis van het Engels en eentje over het 'leven in Groot-Brittannië'. Die laatste kost je omgerekend zo'n 58 euro en moet op een van de zestig locaties in het land gedaan worden. Je krijgt hierbij drie kwartier om 24 vragen te beantwoorden, bijvoorbeeld:
- Waar staat AGCE voor? (Antwoord: General Certificates of Education at an Advanced Level)
- Wie is de beschermheilige van Engeland? (Antwoord: Saint George)
Migranten zijn hier verplicht om deel te nemen aan de inburgering. De gemeente - die hiervoor verantwoordelijk is - kan je zelfs korten op je uitkering als je niet meedoet aan het programma. Tijdens de inburgering, die drie jaar duurt, krijg je les in de Deense taal, samenleving en cultuur - gratis.
Ook probeert het land vluchtelingen door middel van stages klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.
In Zweden gaat de verplichte inburgering via het arbeidsbureau, dat verantwoordelijk is voor uitkeringen. Daar proberen ze ook stages en opleidingen te regelen. Dit traject duurt twee jaar en is gratis. Mensen die de cursus binnen een jaar afsluiten met een voldoende, krijgen zelfs een bonus van zo'n 600 euro.
Sinds 2015 wordt er op kleine schaal ook geëxperimenteerd met kortere, intensievere inburgeringstrajecten. Dit heeft tot nog toe nauwelijks resultaten opgeleverd.
De gemeente organiseert verder cursussen in de Zweedse taal, samenleving en cultuur.
De Amerikanen kennen geen inburgeringstest voordat je een permanente verblijfsvergunning kunt krijgen. Maar wie een écht Amerikaans staatsburger wil worden, moet daarvoor wel een test afleggen. Hiervoor moet je Engels leren lezen, schrijven en spreken en kunnen aantonen dat je kennis hebt over de staatsinrichting en geschiedenis van de VS.
Deze test bestaat uit honderd vragen, met vragen als:
- Wie is de huidige president?
- Wat gebeurde er op 11 september 2001?
- Wat deed Susan B. Anthony? (Antwoord: voorvechtster in de strijd voor het vrouwenkiesrecht)